2 April 1904.
commissie permanent te verklaren en deze te machtigen
zoodanige leden aan de commissie toe te voegen, als zij in
het belang deir zaa,k zal mondig achten,.
De heer BLOEMARTS ondersteunt dit voorstel.
Waarna dienovereenkomstig besloten wordt.
11. Schrijven van de commissie voor de ambachtsschool
alhier, d.d. 23 Maart 1904, no. 262, daarbij in overweging
gevende aan de provinciale staten van Noord-Brabant eene
bijdrage te verzoeken in de kosten der ambachtsschool voor
het jaar 1903, ten bedrage van ƒ992,34.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
12. Ontwierp-besluit tot vaststelling, van dte pensioens
grondslagen van leeraren aan het gymnasium alhier, lui
dende als volgt
,,De raad der gemeente Breda;
Gezien de verordening, regelende de jaarwedden van
„directeur en leeraren der hooigere burgerschool en burger
avondschool en van de leeraren aan gemelde inrichtingen,
„tevens verbonden aan het gymnasium, vastgesteld bij
„raadsbesluit van 15 November 1902 en gewijzigd 17 Januari
„1903 Gemeenteblad <nio. 97), goedgekeurd door den minister
„van binnenlandsche zaken bij brief van 26 Februari 1903,
„mo. 968, afdeeling Onderwijs
„Mede gezien de verordening, regelende de jaarwedden
„der leeraren, uitsluitend verbonden aan het gymnasium,
„vastgesteld! bij raadsbesluit van 4 Juli 1903 Gemeenteblad
„no. 100), goedgekeurd door den minister van binnenlandsche
„zaken bij brief van 23 Juli 1903, no. 6470, afdeeling On
derwijs
„Gelet op art. 13 der wet van 9 Mei 1890 Staatsblad no.
,,78), t.oit regeling van d,e pensioenen der burgerlijke ambte-
„naren
„Heeft besloten de grondslagen voor de berekening van
„de bijdragen voor pensioen van de navolgende leeraren
„van het gymnasium te Breda vast te stellen als volgt
„dr. G. J. Nijhuis, te rekenen van 1 September 1903, op
35,-;