100 13 Mei 1905. „staanden toestand kan vormen. „Een en ander zou uitvoerig moeten worden opgehelderd om „een juist inzicht te verkrijgen in hetgeen Breda voor woning- „voorziening behoeft en wat haar/belemmert in eene richtige „bevordering van dit volksbelang.j „Bij het ontwerpen van het onderhavige voorstel is uw col- „lege uitgegaan van het beginsel, dat ten einde den tegen stand niet te vermeerderen de gemeente Ginneken en Bavel „niet moest worden aangeroerd. „Dat men zooals ik hierboven reeds memoreerde te Breda „hiermede niets is ingenomen, komt mij zeer verklaarbaar voor. „Op deze wijze toch worden de bestaande moeilijkheden slechts „verplaatstde gemeentelijke grens blijft midden door eene volk rijke buurt loopen en de bezwaren hiervan voor politietoezicht „en brandweer (als o. m. nader aangegeven in den bij uw „schrijven van 23 Maart j.l., Q, no. 227, 2de afd., overgelegden „brief van den burgemeester van Breda) worden niet wegge komen. Waar bovendien als gevolg van eene zoodanige wijziging „met vrij groote zekerheid kan worden aangenomen, dat de „aanbouw in het aan Breda nieuw aangehechte gedeelte trager „voortgang zou hebben en die onder Ginneken eene te krachtige „vlucht zou nemen, zou dan ook het geldelijk voordeel van „Breda vermoedelijk verdwijnen. „Hetzelfde bezwaar, schoon wellicht in mindere mate, zou „zich ook voordoen aan den Teteringschen Dijk, waar volgens „uw voorstel de grens maar weinig wordt verplaatst en even „daar buiten, ten zuiden van den spoorweg naar Tilburg, eene „nieuwe wijk zou kunnen ontstaan of zich uitbreiden. „In verband hiermede wijs ik erop, dat volgens het voorstel, „de Molenlei over eene aanzienlijke lengte de grens tusschen „Breda en Ginneken zou vormen. Het behoeft geen betoog „dat wanneer het beheer over en de zorg voor een water niet „bij één bestuur rust, zoodat het op alle mogelijke uitloozingen „toezicht kan houden ef die verhinderen, groote moeilijkheden „en in eene bewoonde buurt zooals hier, tevens hygiënsche „bezwaren niet kunnen uitblijven. Op dit punt zou liet ontwerp „in geen geval ongewijzigd kunnen blijven. „Ten overvloede wijs ik nog op een tweetal punten van „ondergeschikten aard. „Vooreerst hierop, dal ten noorden van den Terheijdenschen „Hoek eenige woningen staan die onder Teteringen zouden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1905 | | pagina 100