ONTWERP. 20 Mei 1905. Tegenwoordig de heeren mr. P. M. J. E. BLOEMARTS, J. W. J. VISSERS, W. J. SLECHTRIEM, L. J. STAAL, J. R. baron VAN KEPPEL, H. A. SASSEN, J. LIJDSMAN, L. A M. VAN MIERLO, W. O. H. ROMBOUTS, A. P. SCHELTUS, B. C. VAN DONGEN, jhr. mr. A. REIGERSMAN, J. J. L. TEYCHINÉ, mr. W. INQENH0U3Z, F. J. M. HEIJLAERTS, mr. M. P. M. VAN DAM, A. F. SMITS, Ph. L. JACOBY en E. H. A. GULJÉ, burgemeester, voorzitter. Afwezig de heeren J. A. J. W. VAN HAL en A. J. A. VER- SCHRAAGE. De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de notulen van het verhandelde in de vergadering van 22 April 1905, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan ver langt, of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen. Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld De notulen der britengewone vergadering van IJ Mei 1905 nog niet gedrukt aan de leden zijnde rondgedeeld, wordt de goed keuring en vaststelling daarvan aangehouden. De voorzitter doet alsnu mededeeling van het volgend ingekomen schrijven van den heer kapitein-adjudant van Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Hendrik der Nederlanden, Hertog van Mecklenburg, luidende „Het Loo, 15 Mei 1905. „Ingevolge de bevelen van Zijne Koninklijke Hoogheid, den „Prins der Nederlanden, Hertog van Mecklenburg, heb ik de „eer den gemeenteraad van Breda Hoogstdeszelfs bijzonderen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1905 | | pagina 103