110
20 Mei 1905.
9. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, d.d.
13 Mei 1905, daarbij machtiging verzoekende om, ter uitvoe
ring van het bepaalde in artikel 4 van de overeenkomst be
trekkelijk het vervoer van steenkolen en andere goederen, ten
behoeve van de gasfabriek, één boom of, desvereischt, twee of
drie boomen aan de Spoorstraat alhier te doen rooien.
De heer VAN KEPPEL geeft zijn leedwezen erover te ken
nen, dat in het voorstel niet definitief is aangeduid, hoeveel
boomen er gerooid moeten worden. De breedte van het tram
spoor is bekend, zoodat ook wel beoordeeld kan worden,
hoeveel boomen er opgeruimd moeten worden. Spreker vindt
het alzoo een leemte in het voorstel. In ieder geval zou het
rooien der boomen geheel afhangen van de inzichten van den
concessionaris, zoodat spreker om die reden wel eenig be
zwaar heeft tegen het voorstel.
De voorzitter zegt, dat één boom beslist moet worden
opgeruimd. De beide andere zullen slechts gerooid worden,
wanneer dat mocht noodig blijken.
De heer ROMBOUTS, het voorstel nader toelichtende, wijst
erop, dat door den concessionaris is aangevraagd om drie
boomen te rooien, doch dat burgemeester en wethouders nog
niet overtuigd zijn van de noodzakelijkheid daarvan. De
mogelijkheid bestaat, dat twee boomen kunnen behouden
blijven, doch als het tegendeel blijkt, zullen burgemeester en
wethouders toegeven.
De heer VAN KEPPEL zegt, dat hij na deze toelichtingen
zich wel met het voorstel vereenigen kan.
Zonder verdere bedenkingen worden burge
meester en wethouders alsnu gemachtigd tot het
doen rooien der hierbedoelde boomen.
10. Adres van het uitvoerend comité van den internationa
len-zangwedstrijd, uitgeschreven door de zangvereeniging
„Caecilia" alhier, d.d. 13 Mei 1905, daarbij verzoekende om
ten behoeve van dien wedstrijd een zilveren lauwerkrans ter
vaarde van f 100,— beschikbaar te willen stellen.
De voorzitter stelt dit adres aan de orde.