114 20 Mei 1905. „Breda over het dienstjaar 1904 nagezien en met de bescheiden „accoord bevonden. Aannemende, dat de controle van de com- „missie van beheer, zooals zij verklaart, geen stof tot bemer kingen heeft gegeven en dat de panden, bedoeld in de ver antwoording over 1904, aanwezig zijn, bestaat er bij onder- „geteekenden geen bezwaar om die rekening goed te keuren. „Ter vergemakkelijking voor het nazien der rekening zou het „wenschelijk zijn, dat het bedrag der kwitantiën van ieder „hoofdstuk specifiek onder elkander gesteld werd, opdat de op telling kan plaats hebben. „Bij hoofdstuk VII der uitgaven is het bedrag der kwitantiën „slechts 161,27^, hetgeen vermeerderd moet w jrden met 2,90 „wegens kwitantie-zegels, zie staat C, hoofdstuk VII. Waarom „dit niet vermeld op staat A, hoofdstuk Vil? dan ware het der „commissie tot nazien der rekening dadelijk duidelijk geweest, „dat het bedrag van 164,172 juist was. „(get.) A. Reigersman, A. F. Smits, B. C. van Dongen." De voorzitter dankt de commissie en inzonderheid haren rapporteur voor het uitgebracht verslag en stelt voor, overeen komstig de conclusie daarvan, de onderwerpelijke rekening goed te keuren, bedragende in ontvang 73 108,05 en in uit gaaf f 72 679,292, sluitende alzoo met een batig saldo van 428,76'», zullende de betrokken commissie met de gedane op merking in kennis worden gesteld. Waartoe besloten wordt. De voorzitter en de heer INQENHOUSZ, respectievelijk voorzitter en secretaris van de commissie van beheer der bank van leening, wenschen geacht te worden niet tot dit besluit te hebben medegewerkt. 3. De heer BLOEMARTS zegt, dat hij, namens de rechts geleerde commissie, een rapport heeft uit te brengen over de zaak van Elisabeth Martens. Aangezien hierbij echter bij zondere belangen betrokken zijn, stelt spreker voor, dit rap port in besloten zitting uit te brengen. Dienovereenkomstig wordt besloten. 4. Door den heer VISSERS wordt namens de commissie, belast geweest met het onderzoek der rekening van het pen-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1905 | | pagina 114