ONTWERP.
10 JUNI 1905.
Tegenwoordig de heeren mr. P. M J. E. BLOEMARTS,
W. J. SLECHTRIEM, L. J. STAAL, R. baron VAN KEPPEL,
H. A. SASSEN, J. LIJDSMAN, L. A. M. VAN MIERLO, W. G.
H. ROMBOUTS, A. P. SCHELTUS, B. C. VAN DONGEN,
jhr. mr. A. REIGERSMAN, J. L. TEYCHINÉ, A. J. A. VER-
SCHRAAGE, F. J. M. HEIJLAERTS, mr. M. P. M. VAN DAM,
A. F. SMITS, Ph. L. JACOBY, J. W. J. VISSERS en E. H. A.
GULJÉ, burgemeester, voorzitter.
Afwezig de heeren J. A. J. W. VAN flAL en mr. W. INGEN-
HOUSZ.
De voorzitter opent de vergaderingen zegt dat de notulen
van het verhandelde in de vergaderingen van 13 en 20 Mei
1905, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het regle
ment van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de
leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toege
zonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing
daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het midden
heeft te brengen.
Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van
voormelde vergaderingen goedgekeurd en vastgesteld.
De voorzitter deelt mede, dat is ingekomen een schrijven
van den heer INGENHOUSZ, berichtende, dat hij door uitste-
digheid verhinderd is deze zitting bij te wonen.
Alsnu stelt de voorzitter aan de orde:
A. Ingekomen stukken.
1. Schrijven van den heer commissaris der Koningin in
Noord-Brabant, d.d. 24 Mei 1905, no, 190, houdende mededee-
ling, dat hij met groote ingenomenheid kennis nam van het
bericht, dat Hare Majesteit de Koningin en Zijne Koninklijke
Hoogheid de Prins der Nederlanden op 3 Juli a.s. een bezoek