124
10 JUN! 1905.
De gronden, die de gemeente aan den Nassausingel en de
Nassaustraat bezit, worden zelfs verkocht met het servituut,
dat het achtergedeelte voor k onbebouwd moet blijven. De
voorgestelde bepaling heeft reeds sinds 1895 met succes ge
werkt in de bestaande bouwverordening. Er wordt dus slechts
een bestaanden toestand bestendigd. Zou die bepaling thans
uit de verordening gelicht worden, dan zou deze daardoor
voor 99 van hare waarde verliezen.
De heer SASSEN meent, dat aan de bestaande bepaling
wel niet altijd de noodige aandacht is geschonken, of althans
de verordening met vrijgevigheid is toegepast. Bij vele wonin
gen worden de werkplaatsen aangetroffen achter in den tuin,
zoodat burgemeester en wethouders blijkbaar steeds gebruik
hebben gemaakt van hunne bevoegdheid om dispensatie te
verleenen. Doch thans zal die bevoegdheid geheel vervallen,
hetgeen voor spreker een groot bezwaar is. Wel is het een
ideale toestand voor heerenhuizen, doch voor kleine woningen
en voor neringdoenden is die bepaling onuitvoerbaar.
De heer BLOEMARTS wijst erop, dat krachtens de thans
nog vigeerende bouwverordening door burgemeester en wet
houders afwijking van de verbodsbepaling kan worden toe
gestaan. De commissie ad hoe en de gezondheidscommissie
waren echter van oordeel, dat het niet wenschelijk was, die
bepaling te bestendigen. Men komt dan op een hellend vlak
en daarmee moest gebroken worden. Juist met het oog op de
kleine woningen en om de wet goed te doen werken, is deze
bepaling gemaakt. Bij het bouwen van zoodanige woningen,
is men meestal geneigd om alles voor het stichten van gebou
wen in te nemen, niettegenstaande eene goede doorstrooming
van versche lucht daar het meest noodig is.
De inspecteur wenscht aan den gemeenteraad de bevoegd
heid toe te kennen, om in alle bijzondere gevallen vrijstelling
te verleenen, doch dan moet steeds de gezondheidscommissie
worden gehoord en wat de een „een bijzonder geval" gelieft
te noemen, zal door een ander niet als zoodanig worden be
schouwd. Men zal telkens onaangenaamheden ondervinden en
het resultaat zou zijn, dat er van de verordening niet veel
terecht zou komen.
Ook moet niet uit het oog worden verloren, dat de bepaling
slechts geldt voor nieuwe woningen op onbebouwde terreinen.