128
10 Juni 1905.
De heer VAN MIERLO heeft daartegen wel eenigszins be
zwaar, omdat dit voorstel enkel ziet op woningen, terwijl
sprekers voorstel slaat op alle gebouwen, dus ook op de zoo
danige, welke niet tot woning bestemd zijn.
De heer SASSEN betoogt nader, dat door hem is voorge
steld om het woord „woning" te veranderen in „het geheele
terrein."
De heer HEIJLAERTS geeft in overweging om het voorstel
vooraf goed te formuleeren.
De heer TEYCHINÉ is tegen het voorstel van den heer
Sassen, omdat dan wellicht de een het gebouw zal plaatsen
vóór aan de straat, een ander midden op het terrein en een
derde op het achtergedeelte van het erf. De rooilijn zou dan
buiten beschouwing worden gelaten en de straten zouden op
een schaakbord gaan gelijken.
Het voorstel van den heer SASSEN wordt alsnu in stemming
gebracht, doch verworpen met 12 tegen 7 stemmen.
Tegen stemden de heeren Bloemarts, Van Keppel, Lijds-
man, rombouts, scheltus.VAN dongen, reigersman, teychi-
né, Verschraage, Heijlaerts, Jacoby en de voorzitter.
Vóór waren de heeren Slechtriem, Staal, Sassen, Van
Mierlo, Van Dam, Sauts en Vissers.
Daarna wordt artikel 14 in stemming gebracht, zooals dit
door de beide commissiën is voorgesteld, en aangenomen met
12 tegen 7 stemmen.
Vóór stemden de heeren Bloemarts, Van Keppel, Lijdsman,
Rombouts, Scheltus, Van Dongen, Reigersman, Teychiné,
Verschraage, Heijlaerts, Jacoby en de voorzitter.
Tegen waren de heeren Slechtriem, Staal, Sassen, Van
Mierlo, Van Dam, Smits en Vissers.
Alsnu komt in behandeling art. 23, waaromtrent geene een
stemmigheid bestaat.
De heer VISSERS wijst erop, dat de daarin behandelde
kwestie reeds in eene vorige vergadering is uitgemaakt en als-
toen het voorstel van de gezondheidscommissie is verworpen.
De heer BLOEMARTS erkent, dat die zaak in eene vorige