132
10 Juni 1905.
20. Schrijven van gedeputeerde staten van Noord-Brabant,
geleidende een adres, waarbij beroep wordt ingesteld tegen den
aanslag in den hoofdelijken omslag dezer gemeente voor het
dienstjaar 1904.
21. Primitieve kohieren van den hoofdelijken omslag dezer
gemeente voor het dienstjaar 1905.
22. Bezwaarschriften van personen tegen hunnen aanslag
in het vergunningsrecht voor den verkoop van sterken drank
in het klein.
De voorzitter geeft in overweging deze stukken in be
sloten zitting te behandelen.
Waartoe besloten wordt.
23. Adres van J. de Lange-Claassen en 3! andere nering
doenden te Breda, d.d. 1 Juni 1905, daarbij verzoekende de
Koninginnestraat te doen verharden en te verlichten.
De voorzitter stelt voor dit adres te verzenden naar
burgemeester en wethouders om prae-advies.
Waartoe besloten wordt.
De voorzitter zegt, dat alsnog het verzoek is gedaan
om de beide boomen in het Valkenberg nabij het Oranje-Nas-
sau-monument te doen rooien. Spreker wenscht hierover het
gevoelen van de vergadering te vernemen.
De heer ROMBOUTS zegt, dat hij de noodzakelijkheid van
het rooien dier boomen niet inziet, hetgeen door hem reeds
herhaaldelijk is betoogd. Spreker zou het dan ook betreuren,
dat deze boomen werden opgeruimd. Het monument is iets»
dat van nabij beschouwd moet worden, en daaromheen is de
ruimte groot genoeg.
De heer VAN KEPPEL meent, dat de noodzakelijkheid der
rooiing ten volle aanwezig is. Zooals de boomen daar thans
staan, maken zij een kolossalen inbreuk op de symetrie, welke
daar allernoodzakelijkst is. Spreker hecht veel waarde aan
een mooien boom, doch al waren deze boomen zelfs zeer bij
zonder, dan nog zou hij in dit geval op wegruiming moeten
aandringen.