ONTWERP.
8 Juli 1905.
Tegenwoordig de heeren mr. P. M. J. E. BLOEMARTS, J. W.
J. VISSERS, W. J. SLECHTR1EM, L. J. STAAL, J. R. baron
VAN KEPPEL, H. A. SASSEN, J. LIJDSMAN, W. O. H. ROM-
BOUTS, A. P. SCHELTUS, B. C. VAN DONGEN, J.J. L. TEY-
CHINÉ, A. J. A. VERSCHRAAGE, F. J. M. HEIJLAERTS, mr.
M. P. M. VAN DAM, A. F. SMITS, Ph. L. JACOBY, mr. W.
INGENHOUSZ en E. H. A. GULJÉ, burgemeester, voorzitter.
Afwezig de heeren j. A. J. W VAN HAL, jhr. mr. A. REI
GERSMAN en L. A. M. VAN MIERLO.
De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de no
tulen van het verhandelde in de vergadering van 10 Juni 1905,
overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het reglement
van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden heb
ben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en
vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt
of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen.
Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van
voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld.
Alsnu houdt de voorzitter, van zijn zetel opgestaan, de
volgende toespraak:
„Mijne heeren. Alvorens met de gewone werkzaamheden aan
„te vangen, kan ik niet nalaten een enkel woord te spreken
„naar aanleiding van de feestelijkheden, welke deze week alhier
„hebben plaats gehad.
„Maandag de 3de Juli is een dag geweest, die in de ge
schiedenis van Breda met gulden letteren zal aangeteekend
„blijven.
„H. M. de Koningin en Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlan
den brachten een hoogst vereerend bezoek aan Breda, de oude