8 Juli 1905. 139 Waartoe besloten wordt. 5. Schrijven van het gemeentebestuur van Teteringen, d.d. 14 Juni 1905, no. 562, daarbij verzoekende aan die gemeente over te dragen al de rechten en verplichtingen, dus ook de be planting, welke deze gemeente heeft op den weg, de zijbermen enz. in den Zandberg onder de gemeente Teteringen en zulks tegen eene door deze gemeente te beta'en schadeloosstelling, door deskundigen nader te bepalen. De voorzitter stelt voor, dit schrijven te stellen in han den van burgemeester en wethouders om prae-advies. De heer HEIJLAERTS hoopt, dat het niet tot onderhande lingen komen zal, en meent, dat de meeste leden er zoo over denken. De gemeente zou daar heel wat prijs geven, waarover ze later wellicht spijt gevoelen zou. De voorzitter zegt, dat het prae-advies van burgemees ter en wethouders dient te worden afgewacht. Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten overeenkomstig het voorstel van den voorzitter. 6. Ontwerp-besluit met memorie van toelichting tot voort zetting der heffing van bruggeld in deze gemeente na 31 December 1905. Zonder bedenking wordt het overgelegd ontwerp besluit met de daarbij behoorende verordening op de invordering goedgekeurd. 7. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, daarbij, overeenkomstig het advies van den directeur der hoogere burgerschool en van de commissie van toezicht op het middel baar onderwijs in deze gemeente, voorstellende a. den heer j. H. Rhoen, tijdelijk leeraar aan de hoogere burgerschool, opnieuw als zoodanig te benoemen voor het cursusjaar 1905/1906; en b. den heer A. van Herk definitief te benoemen als leeraar in de wiskunde voor de lagere klassen aan gemelde school. De voorzitter vraagt, of de raad zich met deze voor stellen kan vereenigen. Niemand der leden daartegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig be sloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1905 | | pagina 139