158 22 JULI 1905. van het middelbaar onderwijs is in staat daarover te oordeelen en nu is het spreker opgevallen, dat in het schrijven van den inspecteur met geen enkel woord daarover gesproken wordt, evenmin als in dat van de andere schoolautoriteiten. Bestond die noodzakelijkheid, dm zou men niet achtergebleven zijn, zulks duidelijk k mbaar te maken. Juist met het oog op de aangehaalde zinsnede in den brief van den inspecteur, acht spreker zich niet gerechtigd tot de voorgestelde splitsing mede te werken. De voorzitter wijst erop, dat hij dezer dagen nog een onderhoud heeft gehad met den inspecteur en dat deze hem toen verklaard heeft, dat de splitsing beslist noodig is. Het zou bepaald nadeelig zijn voor het onderwijs, wanneer daartoe thans niet werd overgegaan. De heer VERSCHRAAGE vestigt er de aandacht op, dat de brief van den inspecteur dagteekent van 1 Juni en deze toen nog niet kon weten, hoeveel leerlingen van de 4de naar de 5de klasse zouden overgaan. Spreker meent, dat iedereen toch kan voelen, dat eene klasse van 31 leerlingen veel te veel is voor één leeraar. De heer ROMBOUTS zegt, dat hij door de argumenten van de voorstanders nog niet is overtuigd. Zoolang niet door de wet een bepaald cijfer wordt genoemd, is elk cijfer willekeurig. Waar zulke groote uitgaven mede gemoeid zijn en niet de zekerheid bestaat, dat ook in volgende jaren het aantal leer lingen minstens even groot zal zijn, kan spreker niet met de voorgenomen splitsing medegaan. Er zijn meerdere inrichtingen met grooter getal leerlingen en toch goed onderwijs. Ook is het bezwaar van een grooter aantal leerlingen in de hoogste klasse veel geringer dan in de lagere klassen. Op dien leeftijd moet men reeds geleerd hebben te studee- ren, om met vrucht het onderwijs aan eene hoogere inrichting te genieten. Bij hooger onderwijs weegt het getal niet. De heer INOENHOUSZ vraagt, hoelang de heer Rombouts de splitsing dan wel zou willen uitstellen, of uit hoeveel leer lingen de klasse zou moeten bestaan om tot de splitsing over te gaan. De heer ROMBOUTS antwoordt hierop, dat hij tot de split-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1905 | | pagina 158