22 JULI 1905. 159 sing zou kunnen besluiten, wanneer blijkt, dat het aantal leer lingen geregeld blijft toenemen. Allereerst wordt alsnu in stemming gebracht het voorstel van de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs om tot de splitsing van de 5de klasse der hoogere burgerschool over te gaan, welk voorstel met 14 tegen 4 stemmen wordt aangenomen. Vóór stemden de heeren Vissers, Slechtriem, Staal, Van Keppel, Sassen, Lijdsman, Van Mierlo, Scheltus, Teychiné, Verschraage, InqenHousz, Heijlaerts, Jacoby endevoor- z i 11 e r. Tegen waren de heeren Rombouts, Van Dongen, Van Dam en Smits. Thans komt in behandeling het voorstel tot benoeming van den heer J. H. H. Houben te Maastricht als tijdelijk leeraar in de Nederlandsche taal en letterkunde. De heer INGENHOUSZ wijst erop, dat uit de missive van den inspecteur blijkt, dat het heel moeielijk is om goede tijde lijke leeraren te vinden. Door eene oproeping te doen, zou men reageeren aan het zooeven genomen besluit. Spreker stelt der halve voor den heer Houben tot tijdelijke leeraar aan te stellen. De voorzitter zegt, dat hem door den inspecteur is me degedeeld dat, als de raad liever eene oproeping wenschte, daartegen geen overwegend bezwaar bestaat. De heer ROMBOUTS betoogt, dat het gebrek aan leeraren, die voor eene tijdelijke benoeming in aanmerking wenschen te komen, eerst zal blijken als eene oproeping van sollicitanten is gedaan. Spreker acht dit de legale weg en meent, dat het doen van benoemingen niet een onder-onsje moet worden. De mededinging moet voor ieder openstaan. De heer VAN DAM zou het ook een verkeerd precedent achten, wanneer eene benoeming werd gedaan zonder vooraf gaande oproeping. Spreker wil ieder de gelegenheid geven om te solliciteeren. De raad moet zich niet iemand laten opdringen en zeker niet een persoon, die nog pas gepromoveerd is en alzoo van het les geven nog weinig verstand heeft. De heer VERSCHRAAGE protesteert tegen de uitdrukking, als zou de thans voorgedragen persoon nog een nieuweling

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1905 | | pagina 159