22 Juli 1905. 163 In 1903 1902 1S01 1900 1899 1898 1897 92,61 - 126,07 - 110,— - 67,31 's - 65,24 - 178,39 - 146,90la „Uwe commissie kan niet nalaten hare verwondering te kennen „te geven over het geringe bedrag van f 12,28^ in 1904 in ge doemde bus ontvangen, terwijl de opbrengst in vorige jaren „zoo ruim was, cn heeft de eer den raad voor te stellen om de „rekening terug te zenden aan het burgerlijk armbestuur, ten „einde >tit college ons zoo mogelijk eene verklaring geve van „de vermoedelijke oorzaak dier belangrijke vermindering van „opbrengst, en inmiddels met het goedkeuren der rekening te „wachten. De heer 1NQENHOUSZ zegt, dat hij, als waarnemend voor zitter van het burgerlijk armbestuur, het rapport met aandacht heeft gevolgd, doch dat hij zich met de conclusie daarvan niet kan vereenigen. De huwelijksbus is niet onder berusting van het armbestuur. Spreker zou derhalve de conclusie van het rapport willen wijzigen in dien zin, dat wordt voorgesteld de rekening goed te keuren met verzoek aan het burgerlijk armbestuur om nadere inlichtingen omtrent de gedane opmer kingen. De heer VAN MIERLO heeft geen bezwaar tegen de goed keuring der rekening en twijfelt er niet aan of de andere commissieleden zullen daartegen evenmin bezwaar hebben. Enkel was uitstel tot goedkeuring voorgesteld om het onder zoek te bespoedigen."Spreker meent die bus we! eens onbe heerd in de raadszaal te hebben aangetroffen. De heer SCHELTUS zegt, dat hij met belangstelling hel rapport en de daarover gevoerde discussiën heeft aangehoord. Spreker vreest, dat een nader onderzoek geene bevredigende resultaten zal opleveren. Niet alleen dnt burgemeester en wethouders de zaak reeds onderzocht hebben, maar ook de politie is erin betrokken geweest. Wat betreft de opmerking „Namens de commissie „L. A. M. VAN MIERLO, rapporteur."

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1905 | | pagina 163