16 21 Januari 1905. De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit ontwerp- antwoord kan vereenigen. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt het betrokken ontwerp-antwoord goedgekeurd. 13. Verslag van burgemeester en wethouders naar aanleiding van art. 52 der woningwet, luidende als volgt j7an dep raad der gerpeente ïjreda. Ons tweede verslag, naar aanleiding van art. 52 der woning wet, welk verslag, uitgebracht aan den raad, wordt medege deeld aan gedeputeerde staten, aan het college, bedoeld bij art. 35 der woningwet, en aan den cenlralen gezondheidsraad, kunnen wij aanvangen met U in herinnering te brengen, dat door U, na het advies der gezondheidscommissie voor de gemeen te Breda ingewonnen te hebben, bij besluit van 3 December 1904, werd vastgesteld de bouwverordening voor de gemeente Breda. Onmiddellijk werd deze verordening aan de gedepu teerde staten dezer provincie, wier goedkeuring zij behoeft medegedeeld. In het oog houdende den vorm, waarin dit verslag moet worden ingeric' t, wenschen wij, evenals de eerste maal, de daaromtrent gegeven voorschriften op den voet te volgen. I. Voorschriften, betreffende aan de woningen te stellen eischen. 1. Voorschriften, door den gemeenteraad vastgesteld, betref fende de eischen, waaraan moet worden voldaan bij het bouwen van woningen. 2. Idem bij het geheel of voor een gedeelte vernieuwen van woningen. 3. Idem met betrekking tot bestaande, niet onder 2 begre pen woningen. 4. Voorschriften door den gemeenteraad vastgesteld nopens behoorlijke bewoningzuivering van ongedierte; afschei ding van slaapplaatsen en overbevolking. 5. Toepassing van art. 8 der woningwet.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1905 | | pagina 16