ONTWERP.
5 September 1905.
Tegenwoordig de heeren H. A. SASSEN, J. LIJDSMAN,
W. G. H. ROMBOUTS, A. P. SCHELTUS, F.J. M. HEI|LAERTS,
rar. M. P. M. VAN DAM, A. F. SMITS, Ph. L. JACOBY, nir.
P. M. J. E. BLOEMARTS, J. W. J. VISSERS, W. J. SLECHT-
RIEM, L. J. STAAL, J. R. baron VAN KEPPEL, B. C. VAN
DONGEN, A. J. W. VAN HAL, jhr. mr. A. REIGERSMAN,
J. J. L. TEYCHINÉ, A. J. A. VERSCHRAAGE, mr. W. INGEN-
HOUSZ en E. H. A. GULJÉ, burgemeester, voorzitter.
Afwezig de heer L. A. M. VAN MIERLO.
De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de
notulen van het verhandelde in de vergadering van 12 Augus
tus 1905, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het
reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor
de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn
toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing
daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het
midden heeft te brengen.
Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van
voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld.
Aan de orde is
1. Beëediging en installatie van de herkozen raadsleden, de
heeren e. H. a. Guljé, b. c. van Dongen, J. a. J. w. van
Hal, jhr. mr. a. Reigersman, J. J. L. Teychjné, a. J. a. Ver-
schraags en mr. W. IngenHousz.
De voorzitter, die zelf beëedigd moet worden, draagt
aisnu het presidium over' aan den oudsten wethouder, den
heer Scheltus.
In diens handen worden achtereenvolgens door den lieer
E. H. A. Guljé afgelegd de eed van zuivering en de eed van
trouw, voorgeschreven bij artikel 39 der gemeentewet.