5 September 1905.
183
gehad, heeft spreker hem hoogelijk leeren waardeeren om de
ongeëvenaarde toewijding en de kalme voortvarendheid, waar
mede hij steeds de belangen der gemeente voorstond eene
toewijding en voortvarendheid, die eerbied afdwongen en
vriendschap tevens. Het doet spreker dan ook genoegen, dat
de heer Van Hal nog als lid van den raad zijne beste krachten
wil blijven wijden tot bevordering van den bloei en het welzijn
van de gemeente.
Spreker stelt alsnu voor, het door den heer Van Hal ge
vraagd ontslag uit de hiervoor genoemde betrekkingen eervol
te verleenen, onder dankzegging voor de vele en goede diensten
door hem als zoodanig aan de gemeente bewezen.
Onder instemming der vergadering wordt dien
overeenkomstig besloten.
3. Benoeming van een wethouder bij aftreding, als raads
lid, van den heer J. A. J. W. van Hal.
Wordt overgegaan tot stemming.
De voorzitter verzoekt den heeren Scheltus en Rom-
bouts als stemopnemers te willen fungeeren.
Er worden uitgebracht 20 stemmen, waarvan 9 op den heer
Van Dam, 8 op den heer Sassen, 1 op den heer VanMierlo
en 1 op den heer Teychiné, terwijl 1 briefje in blanco was
ingeleverd.
Niemand de volstrekte meerderheid van stemmen verkregen
hebbende, wordt tot eene tweede vrije stemming overgegaan,
waarvan de uitslag is, dat worden uitgebracht 20 stemmen,
waarvan 11 op den heer Van Dam, 8 op den heer Sassen en
1 op den heer Van Mierlo.
Zoodat benoemd is tot wethouder de heer mr. M.
P. M. van Dam.
De voorzitter vraagt, of de heer Van Dam bereid is
deze benoeming aan te nemen.
De heer VAN DAM dankt den raad voor het vertrouwen,
in hem gesteld, doch daar hij deze keuze niet verwacht had,
wenscht hij van de wettelijke bevoegdheid gebruik te maken
en d: beslissing in beraad te houden.