5 September 1905.
189
„tigd op het uurwerk in den grooten toren, en de wensche-
„lijkheid uitgesproken, dat de wijzerplaat zou voorzien worden
„van een minuutwijzer. Tevens vroeg datzelfde lid, of niet het
„tijdstip gekomen was, een geheel nieuw uurwerk aan te
„schaffen.
„Gaarne verklaarden wij ons bereid, ten aanzien van een en
„ander een onderzoek in te stellen.-
„Dit onderzoek heeft plaats gehad en de uitslag daarvan is
„vervat in het rapport, dat wij de eer hebben hierbij over te
„leggen.
„Zooals daaruit blijkt, zijn de kosten tweeledig begroot en
„wel
a. „het verbeteren van het carillon voor f 6325,—, en
b. „het aanbrengen van minuutwijzers voor f 1275,—of beide
„werken te zamen voor f 7400,—.
„Dat het aanbrengen van een nieuwe trommel in het carillon,
„waardoor 42 in plaats van 12 klokken in werking kunnen
„komen, eene verbetering zal zijn, valt niet te ontkennen, af
gescheiden van de betrekkelijk hooge kosten.
„Omtrent het Aanbrengen van een minuutwijzer zij opgemerkt,
„dat dit niet enkel ten doel heeft den tijd in minuten aan te
„wijzen, doch dat, door het inschakelen van een afzonderlijk
„werk, de gang van het uurwerk regelmatiger wordt, zoodat
„de minuutwijzer elke minuut verspringt en bovendien het
„stilhouden van het uurwerk tijdens het opwinden geheel
„vervalt.
„Het vergrooten der wijzerplaten achten wij onnoodig, doch
„wel is noodig het restaureeren en opnieuw schilderen van de
„bestaande.
„Behalve het bovenstaande, moeten nog als bijkomende kosten
„worden geraamd
a. „voor het opschilderen van vier wijzerplaten f 225,—;
b. „voor het vergrooten van de uurwerkkamer enz. - 35,—;
c. „voor vier houten kasten achter de wijzerplaten - 40,—.
„Zoodat, wil men het geheele werk ten uitvoer brengen, de
„kosten zullen zijn f 7400,(- 300,— f 7700,—.
„Hiermede hebben wij de eer de zaak aan uw oordeel en
„beslissing te onderwerpen".
De voorzitter stelt dit punt aan de orde.
