194
5 September 1905.
„20, eerste lid, der bestaande concessie-voorwaarden te wijzigen
„als voigt
„De concessie wordt verleend voor het tijdvak, eindigende op
„4 Augustus 1943.
„Tevens hebben wij de eer U voor te stellen, artikel 12 der
„concessievoorwaarden, luidende
„Tusschen de spoorstaven en 0,50 M. daarbuiten, moet de be-
„staande, of eventueel door de gemeente of particulieren te leggen
„bestratingen of andere hardmakingen, ten koste van den con
cessionaris worden onderhouden. Dit onderhoud geschiedt van
wege de gemeente ten koste van den concessionaris, welke kosten
„dadelijk vorderbaar zijn,
„te wijzigen als volgt:
„Tusschen de spoorstaven en 0,50 M. daarbuiten moet de
„bestaande bestrating of andere hardmaking op kosten van den
„concessionaris worden onderhouden.
„Daar waar dit door burgemeester en wethouders wordt
„noodig geoordeeld, moet op kosten van den concessionaris
„en ter keuze van burgemeester en wethouders kei- of klin-
„kerbestrating worden aangelegd en onderhouden.
„De voorbedoelde werken geschieden vanwege de gemeente
„op kosten van den concessionaris, welke kosten dadelijk op-
„vorderbaar zijn.
Voorts te bepalen
„dat bij mogelijke uitbreiding van de grenzen dezer gemeente,
„de bepalingen der concessievoorwaarden in haar geheel ook
„van toepassing zijn op de nieuwe gedeelten der gemeente."
De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit prae-advies1
kan vereenigen.
De heer VAN DAM wenscht eene kleine redactiewijziging
te doen aanbrengen in het nieuw voorgestelde artikel 12 der
concessie-voorwaarden. De eerste zinsnede heeft betrekking
op de bestaande bestrating, terwijl de tweede zinsnede op het
oog heeft de later aan te brengen bestrating.
Volgens de laatste zinsnede zullen deze werken vanwege de
gemeente geschieden op kosten van den concessionaris, welke
kosten dadelijk opvorderbaar zijn, terwijl volgens de eerste
zinsnede de bestaande bestrating op kosten van den conces
sionaris moet worden onderhouden-. Spreker meent, dat er geen
overeenstemming bestaat tusschen de redactie van de eerste