ONTWERP.
21 Januari 1905.
Tegenwoordig de heeren mr. P. M. J. E. BLOEMARTS,
W. J. SLECHTRIEM, L. J. STAAL, J. R. baron VAN KEPPEL,
H. A. SASSEN, J. LIJDSMAN, L. A. M. VAN MIERLO, A. P.
SCHELTUS, jhr. mr. A. REIGERSMAN, J. J. L. TEYCHINÉ,
A. J. A. VERSCHRAAGE, mr. W. INGENHOUSZ, F. J. M.
HEIJLAERTS, mr. M. P. M. VAN DAM, A. F. SMITS, Ph. L.
JACOBY, J. W. J. VISSERS en E. H. A. GULJÉ, burgemeester,
voorzitter.
Afwezig de heeren B. C. VAN DONGEN, J. A .J. W. VAN HAL
en W. G. H. ROMBOUTS.--
De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de heeren
Van Dongen en Van Hal schriftelijk en de heer Rombouts
mondeling hebben kennis gegeven, dat zij wegens ongesteldheid
verhinderd zijn deze vergadering bij te wonen.
De voorzitter zegt, dat de notulen van het verhandelde
in de vergadering van 24 Derember 1904, overeenkomstig het
bepaalde bij artikel 8 van het reglement van orde voor den
gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun
bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of iemand
der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of eenige be
merkingen daartegen in het mi 'den heeft te brengen.
Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van
voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld.
De voorzitter, van zijn zetel opgestaan, houdt alsnu
ongeveer de volgende toespraak
„Mijne heeren Alvorens met de werkzaamheden in de eerste
„vergadering van het pas ingetreden jaar een aanvang te
„nemen, is het mij een voorrecht U mededeeling te kunnen
„doen van de volgende ingekomen dankbetuiging van Hare
„Majesteit de Koningin-Moeder.