210 30 September 1905. Waartoe besloten wordt. 7. Adres van directeur en leeraren aan de hoogere burger school alhier, d.d. 25 September 1905, daarbij verzoekende hen in de mogelijkheid te willen stellen tot toetreding in het rijks pensioenfonds, door: le. hen van verdere deelneming in het gemeente-pensioenfonds te willen ontslaan vanaf 1 Januari 1906 en 2e aan ieder hunner de door hen gestorte bijdragen of een gedeelte daarvan terug te betalen. De voorzitter stelt voor dit adres om prae-advies te ver zenden naar de commissie van bestuur van het gemeentelijk pensioenfonds. Waartoe besloten wordt. 8. Schrijven van de firma H. A. Huijsers en Co. te Breda, daarbij, in verband met het door den heer Vissers in de vo rige raadsvergadering gesprokene, verzoekende inzage te komen nemen van de loonstaten van haar personeel. De heer REI.GERSMAN verzoekt voorlezing van dit schrij ven, waaraan gevolg gegeven wordt. De heer Vissers zegt, dat hij niet in details wil treden en ook geen namen wenscht te noemen, omdat hij dan wellicht anderen zou kunnen treffen. Enkel wenscht spreker op dit schrijven te antwoorden, dat hij geen syllabe terugneemt van hetgeen door hem in de vorige vergadering is gezegd. Het is toch van algemeene bekendheid, dat personen, die vroeger een weekloon van f 10,— genoten, door dc firma zijn teruggebracht op f 6,terwijl anderen, die geruimen tijd in dienst der firma waren, ontslagen zijn. Nu baart het wel ecnige verwondering, dat, niettegenstaande het ontslag van anderen, weer spoedig gebleken is, dat cr cene werkkracht te kort schoot. Wat de loonstaten betreft, deze bewijzen op zich zelf niets, meent spreker. Daartoe zou men ook de diensturen moeten kennen. De man, die laatst werd aangesteld, geniet een week loon van f 8,doch hij moet dikwijls dienst doen van 's mor gens 3 tot 's nachts 1 uur, en ook op Zondagen is hij veelal niet vrij. In zoo'n geval beteekent f 8,— niet veel. Overigens meent spreker ook thans weer te moeten waar schuwen tegen het gebruik maken door de betrokken firma van het overstekend trottoir langs de Prinsenkade, door het daarop plaatsen van verschillende voorwerpen. De onderbouw

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1905 | | pagina 210