30 September 1905. 213 if Zoodat de heer mr. D. H. J. van Mens is be noemd tot lid van het burgerlijk armbestuur alhier, en zulks voor den tijd, dat de heer Van Hal nog zitting zoude gehad hebben. Wordt overgegaan tot de benoeming van een voorzitter van gemeld armbestuur. De heer TEYCHINÉ stelt voor den heer IngenHousz bij acclamatie te benoemen. Niemand der leden stemming verlangende, noch eenige bedenking tegen het voorstel van den heer Teychiné te kennen gevende, wordt besloten den heer mr. 'W. IngenHousz te benoemen tot voorzitter van het burgerlijk armbestuur alhier. 13. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij voor stellende aan het bestuur van den Nederlandschen Bond van gemeente-ambtenaren, ten behoeve eener in den nazomer van 1906 op het gebied der gemeente-administratie te houden ten toonstelling, eene bijdrage te verleenen van f 25,--. Zonder bedenking wordt dit voorstel goedgekeurd. 15. Prae-advics van burgemeester en wethouders op het adres van het bestuur der Zuid-Nederlandsche stoomtram wegmaatschappij, verzoekende verlenging der concessie voor de stoomtram tot 4 Augustus 1943, welk prae-advies in ex- tenso is opgenomen in de raadsnotulen van 5 September j.l. Bij dit prae-advies is gevoegd een schriftelijk voorstel van het raadslid, den heer Van Dam, strekkende om art. 12 der concessievoorwaarden te lezen als volgt „Tusschen de spoorstaven en 0,50 M. daarbuiten moet de „bestaande bestrating of andere hardmaking op kosten van den „concessionaris worden onderhouden. „Daar, waar dit door burgemeester en wethouders wordt „noodig geoordeeld, wordt door hen op kosten van den con cessionaris en te hunner keuze kei-of klinkerbestrating aan gelegd en onderhouden. „Alle kosten van aanleg en onderhoud zijn dadelijk opvor- „derbaar." De voorzitter stelt deze zaak opnieuw aan de orde.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1905 | | pagina 213