214
30 September 1905.
De heer VAN MIERLO kan zich wel vereenigen met de ver
lenging der concessie tot 1943, voor wat betreft de stoomtram,
wijl deze langs den zoom der stad rijdt en alzoo met het ver
keer binnen de stad als 't ware niets te maken heeft. Daar de
maatschappij echter ook concessionaris is van de paardentram
in de stad, wil spreker in overweging geven dit punt aan te
houden, of wel te besluiten, dat de concessieverienging enkel zal
gelden voor de stoomtram.
De voorzitter doet opmerken, dat het voorstel tot ver
lenging der concessie enkel geldt voor de stoomtram, zooals
ook door de concessionarisse is aangevraagd.
De heer STAAL zegt, dat hij in de vorige vergadering al
geprotesteerd heeft tegen de verlenging der concessie en dat
hij in dit opzicht nog niet van zienswijze is veranderd. Spreker
wijst erop, dat enkel als motief voor de verlenging wordt aan
gevoerd, het maken van een zijlijntje van Gastel naar Willem
stad, doch dit lijntje heeft met deze concessie niets te maken
Andere redenen kunnen niet worden opgegeven en naar sprekers
meening zal, bij weigering van de verlenging, dat zijlijntje er
toch wel komen.
De tegenwoordige concessie loopt nog 11 jaar en het is te
voorzien, dat dan de toestanden aanmerkelijk veranderd zullen
zijn. Spreker waarschuwt ervoor, om zich nu reeds te binden
tot 1943. Men moet dit overlaten aan onze opvolgers. De con
cessie is indertijd verleend voor een tijdvak van 25 jaar. Wan
neer thans de verlenging wordt toegestaan, zal die gelden voor
38 jaar. Die termijn is veel te lang, zoodat spreker zijne stem
daaraan niet geven kan.
Het komt den heer VAN KEPPEL voor, dat de heer Staal
de zaak anders inziet, dan ze werkelijk is. Zeer zeker heeft het
maken van de zijlijn Gastel-Willemstad aanleiding gegeven tot
het aanvragen van verlenging der concessie, omdat voor het
maken dier lijn geld noodig is. De aandeelhouders zijn niet
bereid het vereischte bedrag te fourneeren, wanneer niet de
concessie voor de geheele lijn verzekerd is. Dit is eene voor
name voorwaarde. En nu gaat het toch niet aan, om met het
maken dier aansluiting nog elf jaar te wachten. Het ligt in de
bedoeling der maatschappij, om voor de geheele lijn denzelfden
tijd van expiratie te hebben.