220
30 September 1905.
heer Sassen is gezegd, a!s zou verdeeling van kosten beneden
de waardigheid van Breda zijn, meende, dat dit voorste! geheel
in den geest was van den heer Sassen, wijl deze eerst de
begrooting wenscht af te wachten, en wellicht meent, dat Breda
noodlijdend is. Het voorste! tot verdeeling der uitgaven is dus
meer een voorzichtigheidsmaatregel.
De heer VAN KEPPEU, het voorstel van den heer Reigers
man ondersteunende, acht het wenschelijk, om beide verbete
ringen gelijktijdig te doen plaats hebben, wijl dit in het voor
deel der gemeente is. Wat het uurwerk betreft, wijst spreker
erop, dat verbetering daarvan na betrekkelijk korten tijd toch
zal noodig blijken. Het is voor iedereen te zien, dat het uur
werk na eenige jaren geheel onbruikbaar zal zijn. Heel wat
raderen en kammen zijn reeds versleten, zoodat na enkele jaren
toch tot herstelling zal moeten worden overgegaan. De voor
gestelde verandering door het aanbrengen van minuutwijzers
geeft groot voordeel aan het uurwerk zelf, omdat dit eene groote
vereenvoudiging in den gang van het uurwerk teweeg brengt.
Wat betreft het carillon, dit is, naar deskundigen verzekerd
hebben, zoo mooi, dat het onbegrijpelijk is, dat dit speelwerk
zoolang in dien toestand gelaten is. Volgens deskundigen ver
tegenwoordigen die klokken eene waarde van f60 000,^aar-
van slechts k kan worden gebruikt. Spreker zou het daarom
jammer vinden, dat dit carillon, hetwelk zoo'n groote waarde
vertegenwoordigt, niet in zijn geheel in werking kon worden
gesteld.
De heer REIGERSMAN wenscht enkel tegen het argument
van den heer Van Hal, dat iedereen tegenwoordig een horloge
draagt, aan te voeren, dat die horloges veelal van inferieure
kwaliteit zijn, zoodat ze een goed uurwerk noodig hebben,
om daarnaar geregeld te kunnen worden.
De heer VAN M1ERLO gevoelt veel voor het in orde brengen
van het uurwerk en het carillon. Spreker heeft echter onder
de stukken een schrijven aangetroffen, waarin de kosten van
vernieuwirg van het slagwerk niet worden opgegeven, doch
enkel wordt gezegd, dat die kosten belangrijk minder zullen
zijn, dan in het schrijven van burgemeester en wethouders is
vermeld. De meeste raadsleden blijken de verbetering van het
uurwerk goed gezind te zijn. Daarom zou spreker eerst gaarne