226 30 September 1905. ken kunnen zich echter achter het struikgewas verstoppen, zoodat het Valkenberg bij avond altijd eenigszins onveilig blijven zal. De heer STAAL zegt, dat hij daags na de aanranding een bezoek heeft gehad van den bewusten persoon. Volgens spreker is het een flinke, stoere kerel, die er niet naar uitziet, alsof hij zich, zonder zich te verdedigen, zoo maar een portemonnaie met f 70,— zal laten afhandig maken. Spreker gelooft dan ook van de heele geschiedenis niemendal. Verder wordt deze zaak niet besproken. 4. De heer JACOBY, alsnu het woord gevraagd en verkre gen hebbende, zegt, dat hem in den laatsten tijd gebleken is, dat kinderen van de kostelooze scholen worden geweerd, wier ouders niet in staat zijn om schoolgeld te betalen. Nu wordt wel beweerd, dat geenc toelating kan plaats hebben, wanneer de ouders in den hoofdelijken omslag zijn aangeslagen, doch van dien regel schijnt wel eens te worden afgeweken. Een vaste regel is er alzoo niet. Het is spreker gebleken, dat men- schen met een groot gezin en geringe verdiensten geene toe lating voor hunne kinderen konden erlangen. Spreker wenscht derhalve, dat daarnaar een onderzoek werd ingesteld. De voorzitter antwoordt hierop, dat elke aanvrage om kostelooze toelating met de meeste nauwkeurigheid wordt onderzocht. Een onderzoek wordt ingesteld naar den toestand, het aantal kinderen, de verdiensten enz. en eerst daarna wordt eene beslissing genomen. De heer JACOBY zegt, dat hem enkele personen bekend zijn, die bepaald onvermogend zijn en toch geene toelating voor hunne kinderen konden bekomen. Spreker zal zoo vrij zijn, die personen aan burgemeester en wethouders kenbaar te maken. Verder wordt deze zaak niet besproken. De voorzitter sluit alsnu de vergadering. De secretaris, De voorzitter

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1905 | | pagina 226