25 November 1905.
247
Niemand der leden daartegen eenige bedenking
te kennen gevende, worden bedoelde ontwerpen
ongewijzigd vastgesteld.
17. Nadere behandeling van het adres van den heer J. W.
van Marle te 's-Gravenhage, daarbij geidelijken steun ver
zoekende bij het maken eener stoomtramverbinding van Breda
over Terheijden en Zevenbergen naar Klundert, met een zijtak
van Terheijden over Wagenberg en Made naar GecrtruiJenberg-
De voorzitter stelt voor deze zaak voorloopig aan te
houden en de stukken voor de leden ter visie te leggen in
de leeskamer.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
18. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging
der verordening van 25 November 1899, betrekkelijk de be
zoldiging enz. van de opzichters bij de gemeentewerken,
luidende als volgt
„Krachtens raadsbesluit van 7 November 1903 werd op de
„gemeente-begrooting voor den dienst van 1904 gebracht eene
„som van f 800,als aanvatigsjaarwedde voor een opzichter,
„belast met de werkzaamheden verbonden aan de uitvoering
„der woningwet.
„Die opzichter werd gerangschikt onder de categorie van
„opzichters bij de gemeentewerken, zooais op-zich-zelf niet
„onjuist is, doch de taak, welke op hem rust, staat niet gelijk
„met die van de andere opzichters. Die taak is meer omvattend
„en eischt eene eigenaardige geschiktheid en eene goede mate
„van zelfstandigheid.
„De persoon, thans met dien dienst belast, is de heer F. de
„Zwart; een man, die ijver en tact aan den dag legt en zich
„met veel toewijding heeft ingewerkt in hetgeen de woningwet
„vordert. De wedde, welke hij geniet, is dan ook niet ge-
„ëvenredigd aan zijne diensten.
„Dit heeft ertoe geleid U voor te stellen, bedoelden ambte
naar te scheiden van de gewone opzichters, ook wat zijne
„bezoldiging betreft, en in de verordening van 25 November
„1899 onder letter i in te lasschen de betrekking van „opzichter
„ter uitvoering van de woningwet" op eene aanvangsjaarwedde
„van f 1000,—, welke wedde het midden houdt tusschen die