25 November 1905.
251
Nu blijft nog de vraag, of de nieuwe titularis meerdere werk
zaamheden heeft te verrichten dan de beide andere opzichters.
Is dit niet het geval, dan is spreker tegen de voorgestelde
regeling, tenzij ook de andere opzichters voor salarisverhooging
in aanmerking komen.
De heer ROMBOUTS zegt, dat burgemeester en wethouders
tot dit voorstel zijn gekomen, omdat zij het werk, dat de op
zichters te verrichten hebben, lang niet gelijk achten. De werk
kring van den opzichter, met de uitvoering der woningwet
belast, is geheel anders en burgemeester en weihouders achten
dien van veel grooter gewicht en van veel grooter verant
woordelijkheid dan van de beide andere opzichters. Daarom
hebben burgemeester en wethouders gemeend eene hoogere
salarieering te moeten voorstellen.
De heer 1NGENHOUSZ meent, dat tot nu toe ook de op
zichters Timmers en Ansems met de zorg voor de naleving
der bouwverordening zijn belast geweest.
De heer VAN KEPPEL vraagt, of ook het advies van den
gemeente-architect is ingewonnen.
De voorzitter antwoordt hierop bevestigend.
De heer LIjDSMAN vindt het ook onbillijk, om aan een jongeren
ambtenaar eene verhooging van salaris toe te staan en daarbij
de anderen achter te stellen. Spreker meent, dat de anderen
eveneens in de verhooging zouden moeten deelen.
De heer JACOBY wenscht nog deze vraag te stellen
Veronderstel, dat de opzichter De Zwart ziek werd en die ziekte
geruimen tijd aanhield, zou dan de dienst niet tijdelijk wor
den opgedragen aan de beide andere opzichters
De heer TEYCHINÉ wijst erop, dat de werkzaamheden van
den eenen opzichter belangrijk zwaarder genoemd worden en
aanmerkelijk zouden verschillen van die van de beide andere op
zichters. Spreker is hiervan niet voldoende overtuigd en zou
daarom in overweging willen geven de zaak aan te houden
tot eene volgende vergadering, opdat ieder lid van den raad
daarnaar een zelfstandig onderzoek zou kunnen instellen.
Zonder verdere bedenking wordt dienovereenkom
stig besloten.