25 November 1905. 255 gelooven kon, dat de schoolcommissie een dergelijk advies zou gegeven hebben. De commissie acht het niet noodig, doch de redenen waarom het niet noodig wordt geacht, worden niet opgegeven. Spreker had gemeend in het advies eenige voor lichting te zullen vinden, doch is daarin teleurgesteld. De commissie zegt alleen, dat ze de zaak onderzocht heeft en dat zij het daarom niet noodig acht. Of dit te wijten is, omdat de hersenen van de kinderen der onvermogenden minder ontwik keld zijn dan die van de kinderen der betalende klasse, blijkt uit het advies niet. Spreker kent dan ook geen enkele reden, waarom het verzoek moet worden afgewezen. Wanneer een onderzoek werd ingesteld naar de kinderen, die de kostelooze school bezoeken en naar die,welke op de tusschenscholen geplaatst zijn, dan zou blijken, dat het kinderen zijn van dezelfde pluimage, kinderen van dezelfde soort van ouders, die op dezelfde fabriek werkzaam zijn, die zich in dezelfde kringen bewegen, doch waarvan de een in den hoofdelijken omslag is aangeslagen, omdat zijn gezin niet zoo talrijk is als dat van den andere en hij daarom ook niet voor toelating zijner kinderen op de koste looze scholen in aanmerking kan komen. Spreker wijst erop, dat het hier eene categorie van menschen betreft, die het zwaarst staan voor den strijd des levens en dus ook het best gewapend moeten worden. Wij wonen hier op de grens van België, zegt spreker, waar iedereen twee talen spreekt. Tal van werklieden uit deze gemeente gaan hun geluk beproeven in België en hebben dan het Fransch noodig. Of zou de schoolcommissie van meening zijn, dat alleen het kind van den rijke de kennis der Fransche taal noodig heeft, zoodat zij te beschouwen is als een luxe-artikel? Wanneer aan de invoering van dit leervak op de kostelooze scholen groote uitgaven verbonden waren, zou men hierin de reden van afwijzing kunnen vinden, doch met eene luttele salarieering kan erin voorzien worden. Men stelt onderwijzers aan, die de meest mogelijke akten hebben, doch men belet hen van die bevoegdheden tot het geven van onderwijs gebruik te maken, ofschoon spreker over het algemeen niet veel heil ver wacht van het onderwijs in het Fransch voor kinderen, die reeds op 13 a 14 jarigen leeftijd de school verlaten. Spreker zou echter wel een motief willen kennen, waarom het geven van onderwijs in de Fransche taal aan de kostelooze scholen niet noodig wordt geacht. De commissie noemt geen motief.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1905 | | pagina 255