25 November 19Ö5.
257
groote paedagogische kwestie. Velen zijn van meening, dat het
leerplan der lagere scholen overladen is en tal van stemmen
gaan erop tot beperking van -leervakken. En nu zou de heer
Jacoby het aantal vakken nog met een willen vermeerderen.
Spreker meent dan ook, dat, indien plotseling alle kinderen
Fransch zouden moeten leeren, zich tal van ouders daartegen
zouden verzetten. Bovendien bepaalt de verordening op het
lager onderwijs in deze gemeente, dat leerlingen van de kos-
telooze scholen, die buitengewoon uitmunten, kosteloos op de
andere scholen kunnen worden toegelaten, om daar de ver
schillende leervakken te volgen. Die verordening bestaat reeds
van 1865 en van die vrijheid is tot dusver nog nooit gebruik
gemaakt.
De heer JACOBY vraagt, wie dat bewijzen moet, wanneer
een kind bijzonder uitmunt.
Dat zal afhangen van het advies van het betrokken school
hoofd, meent de heer ROMBOUTS.
De heer BLOEMARTS doet nog opmerken, dat de beide
hoofden der kostelooze scholen reeds nu geheel vrijwillig kos
teloos onderwijs geven in de Fransche taal aan leerlingen, die
bijzonderen aanleg hebben. Spreker herhaalt, dat het overdre
ven is, te denken aan eene onrechtvaardigheid, wanneer niet
onmiddellijk op een verzoek, zooals thans in behandeling is,
wordt ingegaan.
De voorzitter wijst er nog op, dat geen rekening kan
worden gehouden met het onderwijs in andere landen. In
Duitschland b.v. is het systeem van onderwijs geheel anders.
Daar wordt eerst Grieksch en Latijn geleerd, voordat men met
het Fransch begint.
Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten
overeenkomstig het prae-advies van burgemeester en
wethouders.
22. Prae-advies van burgemeester en wethouders op het
adres van C. Veldkaaip alhier, verzoekende hem het over
blijvende gedeelte van den door de gemeente verkochten
grond, ter plaatse van de voormalige mestvaalt, van welken
grond hem met het einde dezes jaars de huur is opgezegd,
aan hem te blijven verhuren.