260 25 November 1905. kelingen zouden kunnen ontstaan. De brug blijft het privaat eigendom van den heer Hirdes, doch enkel wordt de voorwaarde eraan verbonden, dat ook anderen daarvan gebruik kunnen maken. Er wordt dus een soort servituut op gevestigd. De heer JACOBY keurt het goed, dat het voorste! teruggaat naar burgemeester en wethouders en meent er tevens op te moeten wijzen, dat nog altijd aanhangig is een request van belanghebbenden om alle bruggen in de stad draaibaar te maken, in het belang van de scheepvaart: Als er nu weer een vaste brug bijkomt, zou de scheepvaart daardoor nog meer bemoeielijkt worden. Daarom zou spreker in overweging willen geven, het adres in zake de draaibruggen het eerst af te doen, ofwel ware de bepaling te maken, dat de thans te maken brug ophaalbaar moet zijn. Niemand der leden hierover nog het woord ver langende, wordt overeenkomstig het voorstel van den heer Van Dam besloten, dit punt tot eene volgende vergadering aan te houden. 24. Prae-advies van burgemeester en wethouders op het adres van L. Verhagen alhier, als beheerder van het pand staande aan de Karnemelkstraat no. 10, kadastraal bekend sectie A, no. 1405, waarbij, voor het bouwen van eene over dekte ruimte op de open plaats van genoemd pand, ontheffing wordt gevraagd van het bepaalde bij art. 14, 1ste alinea, der bouwverordening. Bij dit prae-advies is gevoegd het advies van de gezond heidscommissie voor deze gemeente, strekkende om het ver zoek onder de daarin genoemde voorwaarden toe te staan. De voorzitter vraagt, of de raad zich met dat advies kan vereenigen. Niemand der leden daartegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt besloten het onderwerpelijke verzoek toe te staan onder de volgende voorwaarden a. dat het gebouw niet hooger mag zijn dan drie en een halve meter b. dat het gebouw niet mag worden gebruikt voor woning c. dat het gebouw moet worden afgebroken, zoodr3

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1905 | | pagina 260