268 9 December 1905. Het beste bewijs, dat de verordening goed is, bestaat, volgens spreker, hierin, dat slechts zeldzaam een onderwijzer van Breda naar elders gaat. Wanneer men de onderwijzersjaarwedden hier ter stede vergelijkt met die te Deventer, dan blijkt daaruit, dat hier de jaarwedde van een onderwijzer zonder hoofdakte bedraagt van f600,- tot f 800,- en met hoofdakte van f 700,- tot f 1000,-. Te Deventer bedragen die wedden respectievelijk van f 500,- tot f 700,- en van f 600,- tot f 900,-. Dat is dus f 100,- minder. Een ander bewijs dat de verordening hier zeer goed is, bestaat nog hierin, dat van de 51 onderwijzers er 29 zijn, wier wedde meer dan f 1000,- bedraagt. Spreker meent dan ook, dat het niet gewenscht, noch noodzakelijk is, de ver ordening, welke indertijd met veel moeite is tot stand gebracht, reeds nu aan eene herziening te onderwerpen. De heer LIJDSMAN geeft in overweging het adres, evenals dit met andere adressen geschiedt, te verzenden naar de plaat selijke schoolcommissie om advies. De heer JACOBY meent, dat de beweegredenen van den heer Rombouts vreemd in de ooren klinken, als men nagaat, dat in de vorige vergadering pas eene verhooging van wedde is toegestaan aan de hoofden van scholen, ook met het oog- op hun overgang in het rijkspensioenfonds. De klasse-onder- wijzers komen thans met eenzelfde verzoek. Het verzoek, zooals ze dat de vorige maal gedaan hebben, kon niet ingewilligd worden, omdat dan alle gemeente-ambtenaren met een dergelijk verzoek zouden komen. Enkele onderwijzers zijn hierop bij verschillende raadsleden geweest en hebben toen een wenk gekregen, om een ander verzoek tot den raad te richten. Er kan dus volstrekt geen blaam geworpen worden op de klasse onderwijzers over de wijze van optreden, wijl dit geschied is op een wenk van raadsleden zelf. Spreker ondersteunt derhalve het voorstel van den heer Lijdsman. De heer SASSEN geeft te kennen, dat hij gaarne meegaat met het voorstel van den heer Rombouts. Spreker meent, dat het prestige van den raad er niet door verhoogd wordt, wan neer dit adres weer naar de schoolcommissie verzonden wordt, waar een ander verzoek van dezelfde strekking nog zoo kort geleden unaniem is afgewezen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1905 | | pagina 268