9 December 1905. 281 „Eveneens kan teruggaaf van die kortingen verleend worden „aan ambtenaren, die, door hunne toetreding tot het rijks-pen- „sioenfonds, op hun verzoek door den gemeenteraad van verdere deelneming in het gemeente-pensioenfonds worden ontheven. „Deze teruggaaf mag in geen geval meer bedragen dan de „som, die door hen in het gemeente-pensioenfonds gestort is, „of die door het rijk, voor hun inkoop in het rijks-pensioenfonds, gevorderd wordt. „2o. daarna het verzoek van adressanten in zoover in te „willigen, dat de raad besluite „a. hen van verdere deelneming in het gemeente-pensioen- „fonds te ontslaan vanaf 1 Januari 1906; „b. aan ieder hunner uit het pensioenfonds op 1 Januari „1906 terug te geven een bedrag gelijk aan het totaal der „afloopende kortingen, benoodigd voor zijn inkoop in het „rijks-pensioenfonds, waarbij als grondslag wordt aangenomen >,zijn op het oogenbiik bij het gemeente-pensioenfonds bestaan- „de grondslag; met dien verstande, dat die teruggave eerst „dan zal plaats hebben, wanneer uit officieele gegevens zal „gebleken zijn het juiste bedrag van de in het rijks-pensioen- „fonds te storten bijdrager, en dat, indien van een of meer „der adressanten een hooger bedrag voor inkoop mocht be noodigd zijn dan door hen in het gemeente-pensioenfonds „is gestort, in geen geval dat meerdere uit het gemeente- „pensioenfonds zal worden verstrekt. „En afwijzend te beschikken op hun verzoek om teruggave „van 50 van hetgeen het totaal bedrag der stortingen van „ieder der adressanten eventueel het sub 2° a bedoelde bedrag „overtreft. „Het adres en de bijlagen zijn weder hierbij gevoegd." De voorzitter vraagt, of de raad zich met voormelde voorstellen kan vereenigen. De heer ROMBOUTS heeft er niets op tegen, wanneer eerst de verordening wordt veranderd en dan, op grond van de ver anderde verordening, het verzoek van directeur en leeraren wordt toegestaan. De voorzitter antwoordt hierop, dat dit ook de bedoeling is van de commissie.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1905 | | pagina 281