9 December 1905. 289 „één is hoofdopzichter, tevens belast met de boekhouding „van de arbeidsloonen en van door de gemeente verstrekte „diensten, benevens met het bijhouden van het archief; „één opzichter is voor de uitvoering van de woningwet en „voor bouwtoezicht; „één opzichter is werkzaam als teekenaar en belast met het „bijhouden van revisieteekeningen en rioolplannen; „één opzichter is belast met het toezicht en het onderhoud „op keibcstrating, grindwegen, de glooiingen der singelgrach- „ten en het baggerwerk. „Bij buitengewone werken zijn tijdelijk buitengewone op lichters dringend noodig, omdat de gewone dienst moet „doorgaan en de vaste opzichters daarvoor niet altijd kunnen „gemist worden. Ook elders worden tijdelijk buitengewone „opzichters in dienst gesteld. „De post van f 425,— voor hulp bij de uitvoering der wo ningwet is, tengevolge van gemaakte regelingen na het op- „maken der begrooting, bereids vervallen". De heer LIJDSMAN betoogt, dat de bemerking hoofdzakelijk gegrond is op de aanstelling van tijdelijk personeel bij kleine bouwwerken. Bij het bouwen der brugwachterswoning heeft een buitengewoon opzichter dienst gedaan, ofschoon spreker van oordeel is, dat deze niet bepaald noodig was. Dit toezicht had zeer goed kunnen uitgeoefend worden door den opzichter van het verbouwen der vischmarkt. Voor grondwerken is het van belang, dat er geregeld en voortdurend toezicht zij, doch voor opgaand werk kan zeer goed volstaan worden, wan neer de opzichter zich een paar malen per dag op het werk vertoont. De voorzitter zegt, dat de ondervindig heeft geleerd, dat streng toezicht zeer noodzakelijk is. De heer SCHELTUS wijst erop, dat de opzichter van de verbouwing der vischmarkt tevens het toezicht had op het werk aan den Nieuweweg. Ware hem tevens het toezicht op gedragen op het bouwen der brugwachterswoning, dan zou zijn werkkring te druk zijn geweest en had het toezicht er onder moeten lijden. De heer TEYCHINÉ is het eens met den heer Lijdsman.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1905 | | pagina 289