9 December 1905.
291
een aannemer, die als slecht uitvoerder bekend staat, de minste
inschrijver is voor zeker werk, dan dient hem dat werk te worden
geweigerd. Spreker acht het dan ook niet noodzakelijk, om
voor elk gering werk steeds een buitengewoon opzichter aan
te stellen. Behalve de vaste opzichters heeft men toch ook nog
den gemeente-architect.
De voorzitter zegt, dat de architect dikwijls den heelen
morgen in beslag genomen wordt door het publiek, dat hem te
zijnen kantore komt raadplegen.
De heer VAN HAL wijst erop, dat de werkzaamheden van
het personeel bij de gemeentewerken berusten op eene ver
ordening, welke indertijd door den raad zelf is gemaakt. Nu
gaat het toch niet aan, meent spreker, om critiek uit te oefenen
op iets, dat men zelf opgebouwd heeft. Dat men dan een voor
stel doe tot reorganisatie van het personeel der gemeentewerken.
Hierop wordt de betrokken post goedgekeurd.
Volgn. 94. Art. la.
„In eene der afdeelingen acht men verbetering der bestrating
„in de Karnemelkstraat hoogst gewenscht."
ANTWOORD
Volgn. 64. Art. la.
„Tweemaal kon, zooals den raad bekend is, een voorgedragen
„post tot verbetering van de bestrating der Karnemelkstraat de
„goedkeuring van den gemeenteraad niet verwerven.
„Burgemeester en wethouders doen echter gaarne de toezeg
ging een ander jaar te zullen trachten, aan 's raads verlangen
„te gemoet te komen."
De heer 1NGENHOUSZ hoopt, dat het volgend jaar aan het
verlangen zal worden voldaan, ook uit een oogpunt van dieren
bescherming.
De post wordt hierop goedgekeurd.
Volgn. 98.
„In alle afdeelingen werd deze post besproken en werden
„nadere inlichtingen wenschelijk geacht.