292 9 December 1905. „Een der leden stelt voor dezen post voor het vervolg niet „meer uit te trekken en aan de gemeente Ginneken de bedoelde „bijdrage te weigeren totdat bewezen zal zijn krachtens welken „titel de gemeente Breda tot deze bijdrage verplicht is. „In ééne afdeeling was men algemeen van gevoelen, dat deze „post kon vervallen, wijl noch het recht daarop noch de ver plichting tot uitkeering kan worden geconstateerd". ANTWOORD: Volgn. 98. „Hangende de beslissing op het verzoek van de gemeente „Teteringen, om den weg aan haar over te dragen, geven bur- „gemeester en wethouders in overweging de behandeling van „het onderwerp, waarvan in het verslag sprake is, aan te houden. De voorzitter zegt, dat deze zaak vermoedelijk in de volgende vergadering reeds in behandeling zal kunnen komen. Waarna de post wordt goedgekeurd. Volgn. 101. Art. 2. „In twee afdeelingen wordt door enkele leden gevraagd of „hier niet een memorie-post voor de reeds besloten verbete ring van het torenuurwerk en carilton dient te worden inge voegd. „Enkele leden wenschen in verband daarmede ook een uur- „werk op het raadhuis. ANTWOORD Volgn. 101. Art. 2. „In verband met het raadsbesluit van 30 September 1905, „genomen na het aanbieden der gemeente-begrooting voor den „dienst van 1906, geven burgemeester en wethouders in over weging, voor het beoogde doel f 8000,— op die begrooting „uit te trekken. „Tegen het aanschaffen van een uurwerk op het raadhuis „bestaat geen bezwaar." De heer REIGERSMAN vraagt, of een uurwerk op het stad huis wel noodzakelijk is, nu het torenuurwerk zal worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1905 | | pagina 292