9 December 1905. 303 „te verhoogen en bij wijze van proef aan ieder der tusschen- „scholen f 30,— toe te kennen voor het aanschaffen van boeken. „Dit voorstel werd niet bestreden en de wenschelijkheid „daarvan beaamd." ANTWOORD: Volgn. 142. Art. 13. „Tot dusver is niet gebleken en ook niet de behoefte ge- „voeid, om de uitgaaf voor schoolbibliotheken te verhoogen." De heer VISSERS vraagt, of de hoofden van scholen hier over gehoord zijn. De heer ROMBOUTS doet opmerken dat, wanneer de be hoefte aan uitbreiding bestond, de hoofden van scholen er wel om gevraagd zouden hebben, en dat dan tevens het advies der schoolcommissie had ingewonnen kunnen worden. De betrokken post wordt hierop goedgekeurd. In verband met den post, geraamd onder hoofdstuk VII, volg nummer 181, wijst de heer TEYCHINÉ erop, dat reeds in verschillende gemeenten, o. a. HaarlemDeventer, Maastricht, Bergen-op-Zoom en andere, de dienstdoende schutterij veran derd is in eene rustende. Spreker vraagt, of ook te Breda de dienstdoende schutterij niet kan worden opgeheven. De voorzitter zegt, dat burgemeester en wethouders reeds in dien geest werkzaam zijn. De vraag blijft echter nog, of de gesalarieerde ambtenaren hunne bezoldiging niet behooren te behouden. De heer SCHELTUS betoogt, dat een dergelijk verzoek reeds twee jaar geleden is gedaan, doch dat daarop toen een ont kennend antwoord is gevolgd. Nu zal a. s. Maandag over deze zaak eene bespreking worden gehouden met den majoor commandant der dienstdoende schutterij alhier. De post wordt hierop goedgekeurd. De heer VAN MIERLO wijst op de slechte verlichting van den Academiesingel en vraagt, of daarin door het bijplaatsen van straatlantaarns geene verbetering zou kunnen gebracht worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1905 | | pagina 303