312
9 December 1905.
De voorzitter schorst de openbare vergadering, welke
alsnu overgaat in eene met gesloten deuren.
Na heropening der vergadering stelt de voorzitter op
nieuw aan de orde punt 13 der agenda, zijnde het voorstel
tot wijziging van de verordening van 25 November 1899, be
trekkelijk de bezoldiging enz. van de opzichters bij de ge
meentewerken, in extenso opgenomen in de raadsnotulen van
25 November j.l.
Het eerste gedeelte van het voorstel, strekkende om in de
verordening onder letter i in te lasschen de betrekking van
opzichter ter uitvoering van de woningwet, wordt zonder be
denking goedgekeurd.
Alsnu komt in stemming het voorstel, om aan dien opzichter
eene aanvangsjaarwedde toe te kennen van f 1000,-, welk
voorstel met 8 tegen 7 stemmen wordt aangenomen.
Vóór stemden de heeren Van Mierlo, Van Hal, Ver-
schraage, Van Dam, Rombouts, Sassen, Bloemarts en de
voorzitter.
Tegen waren de heeren Lijdsman, IngenHousz, Smits,
Jacoby, Slechtriem, Staal en Van Keppel.
De heeren Teychiné en Vissers waren bij deze stemming
afwezig.
Het overige gedeelte van het voorstel wordt vervolgens
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De voorzitter sluit alsnu de vergadering.
De secretaris,
De voorzitter,