36 11 Februari 1905. 3. Adres van liet bestuur der te Breda gevestigde naamlooze vennootschap „Bredasclie bouwgrondmaatschappij," daarbij ver zoekende de bestaande overeenkomst, betreffende de levering van gas en water, aan te vullen met eene voorwaarde, welke voorziet in de levering van water bij eventueelen brand. De voorzitter stelt voor dit adres om prae-advies te stellen in handen van burgemeester en wethouders en de com missie van bijstand in het beheer der gasfabriek en waterlei ding. Waartoe besloten wordt. 4. Suppletoir kohier van aanwezige beerputten in den openbaren gemeentegronJ, opgemaakt krachtens art. 2 sub D van de verordening op de heffing van een recht voor het gebruik van den openbaren gemeentegrond, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 November 1902, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 30 December 1902, no. 61. Zonder bedenking wordt gemeld kohier vastge steld op een bedrag van f 0,50. 5. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, d. d. 30 Januari 1905, no. 149, daarbij voorstellende den staat, be doeld bij art. 2 der pensioenveroidening, aan te vullen met de betrekkingen van ambtenaren van den burgerlijken stand en hunne plaatsvervangers, niet tevens raadslid zijnde. De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit voorstel kan vereenigen. Niemand daartegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten. 6. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, d. d. 3 Februari 1905, daarbij voorstellende de betrekking van visch- afslager te brengen op den staat, bedoeld bij art. 2 der ver ordening tot regeling van de pensioenen der gemeente-ambte naren en hunne weduwen en weezen. De voorzitter geeft tevens in overweging om, zoo de raad zich met dit voorstel kan vereenigen, den pensioensgrond slag van den nieuwbenoemden titularis, die een veranderlijk inkomen geniet, vast te stellen op f600,—.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1905 | | pagina 36