42 11 Februari 1905. zou spreker althans deze requestrante niet in het corps wen- schen opgenomen te zien. Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten op het verzoek afwijzend te beschikken. De heer HEIJLAERTS verklaarde zich niet met dit besluit te kunnen vereenigen. - 14. Adres van de firma H. A. Huijsers Co., ondernemers van den stoombootdienst tusschen Breda—'s-Grcivenhage vice versa, d.d. 9 Februari 1905, daarbij verzoekende de voorschriften omtrent het openen en sluiten der bruggen in deze gemeente te willen herzien in dien geest, dat de brugwachter gehouden is iedere brug zoo spoedig doenlijk te openen tot doorlating van stoombooten en vaartuigen, telkens wanneer hem zulks door of vanwege belanghebbenden wordt gevraagd en het tramverkeer over die brug zulks toelaat. De voorzitter stelt voor dit adres te stellen in handen van burgemeester en wethouders om prae-advies. De heer STAAL meent, dat het eene zaak geldt, die geheel bij burgemeester en wethouders thuis behoort. Daarom zou hij het adres aan burgemeester en wethouders willen zenden ter afdoening. Wat nu het adres zelve aangaat, zegt spreker, dat hij daar van met belangstelling heeft kennis genomen en het verzoek ten zeerste moet ondersteunen. Reeds meermalen is bij burge meester en wethouders op verandering aangedrongen, doch steeds te vergeefs. Een toestand, zooals hier bestaat, dat schepen soms 2 a 3 uur voor gesloten bruggen worden gehouden, vindt men nergens. De voorzitter zegt, dat burgemeester en wethouders gaarne zullen overwegen, in hoever aan de bestaande bezwaren kan worden tegemoet gekomen. Men moet echter niet uit het oog verliezen, dat ook rekening moet worden gehouden met het tramverkeer over de beide bruggen en met het werkvolk, dat in de verschillende fabrieken werkzaam is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1905 | | pagina 42