50 4 Maart 1905. De voorzitter zegt, dat de pachter tot dusver ten ge noegen van burgemeester en wethouders het Trekpad heeft bediend, weshalve hij voorstelt bovenbedoelde gebouwen enz. opnieuw voor drie jaren, ingaande 1 Mei a.s., onderhands in huur af te staan tegen den huurprijs van drie honderd gulden en onder de verder bestaande voorwaarden. Zonder bedenking wordt dienovereenkomstig besloten. 6. Rapport van de commissie van bestuur van het pensi oenfonds voor gemeente-ambtenaren en hunne weduwen en weezen te Breda, op het adres van Wilhelmina Berdina de Graaf, weduwe van Jan Willem Meurs, in leven concierge van het gymnasium alhier, daarbij, op grond van het bepaalde bij de artt. 11 en 15 der pensioenverordening, in overweging ge vende aan gemelde weduwe met ingang van 18 Januari 1905 een pensioen toe te kennen van f113,'sjaars. De voorzitter vraagt, of de raad zich met den inhoud van dit rapport vereenigen kan. Niemand der leden daartegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt besloten aan W. B. de Graaf, weduwe van J. W. Meurs, alhier, te rekenen van 18 Januari 1905, een pensioen toe te kennen van f113,— 's jaars. 7. Ontwerp besluiten met memoriën van toelichting tot wij ziging van de begrooting dezer gemeente voor het dienstjaar 1904, als: a. tot verhooging van hoofdstuk III, afd. II, art. 1 der inkomsten (ontvangsten ten behoeve der ambachtsschool, met f33,445 en verhooging van hoofdstuk VI, afd. Ia, art. 1 (kosten der ambachtsschool), met gelijk bedrag; b. tot verhooging van hoofdstuk III, afd. I, art. 14 der ontvangsten (opbrengst van de hoogdrukwaterleiding), met f 204,58s en verhooging van hoofdstuk III, art. 8 der uitgaven (exploitatiekosten der waterleiding), met gelijk bedrag

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1905 | | pagina 50