60 1 April 1905. De voorzitter stelt voor dit rapport voor kennisgeving aan te nemen en het op de gebruikelijke wijze ter openbare kennis te brengen. Dienovereenkomstig wordt besloten. 5. Adres van den heer H. J. H. M. Janzen, gemeente-apo theker en directeur van het stedelijk ziekenhuis alhier, ver zoekende alsnog tot einde Juni zijn eigen zaak, welke ver kocht is, in stand te mogen houden. Bij dit adres is gevoegd een schrijven van burgemeester en wethouders, houdende mededeeling, dat noch bij hen, noch bij de betrokken com missie bedenking bestaat tot inwilliging van het verzoek. De voorzitter vraagt, of de raad bereid is het verzoek toe te staan. Niemand der leden daartegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten. 6. Schrijven van het college van regenten van het oude mannenhuis alhier, d,d. 13 Maart 1905, no. 239, daarbij mach tiging verzoekende om in de begrooting van uitgaven van gemeld gesticht over het dienstjaar 1904 af te schrijven van hoofdstuk II een bedrag van f 15,61 en dit over te schrijven op hoofdstuk III. Zonder bedenking wordt besloten de gevraagde af- en overschrijving toe te staan. 7. Adres van M. Bakkeren te Prinsenhage, daarbij verzoe kende het trottoir, gelegen voor zijne nieuwgebouwde kanto ren met bovenwoningen aan den Nijverheidssingel, hetwelk thans nog onbestraat is, op eigen kosten te mogen bestraten met quenasttegels, welke dan eventueel het eigendom der gemeente worden. Bij dit adres is gevoegd een schrijven van burgemeester en wethouders, houdende mededeeling, dat noch bij dat college, noch bij de commissie van bijstand in het beheer der gemeen tewerken tegen het verleenen der gevraagde vergunning eenig bezwaar bestaat. De voorzitter vraagt, of de raad zich met het advies van burgemeester en wethouders kan vereenigen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1905 | | pagina 60