1 April 1905. 61 De heer SLECHTRIEM vreest, dat de inwilliging van dit verzoek aanleiding zal geven, om in de stad eene staalkaart van tegels te krijgen. Spreker zou wel een proef met deze tegels willen nemen, doch zag liever, dat er dan een heele straat mede geplaveid werd. De voorzitter gelooft niet, dat het toestaan van het verzoek eenig bezwaar zal opleveren. De bestaande trottoir bestraling dagteekent reeds van 1876. Als men nu in aanmer king neemt, dat de tegenwoordige tegels, als ze afgesleten zijn, nog omgekeerd kunnen worden, zoodat ze minstens 60 jaar duren, dan behoeft er geen vrees te bestaan, dat er vooreerst eene andere bestrating zal worden ingevoerd. Overigens geldt het hier slechts eene proef, welke aan de gemeente niets kost. De heer SLECHTRIEM wijst erop, dat er nog andere soorten van tegels bestaan dan quenasttegels en die, welke hier ter stede in gebruik zijn. Wordt met die verschillende tegelsoorten een proef genomen, dan zal met recht van eene staalkaart ge sproken kunnen worden. De heer ROMBOUTS gevoelt wel iets voor de bezwaren van den heer Slechtriem, doch wijst erop, dat men niet gehouden is die proef overal toe te laten. De Nijverheidssingel is geen drukke straat, terwijl de vergunning slechts wordt verleend tot wederopzegging. Wanneer de proef algemeen toepassing zou vinden, dan ware het beter, het verzoek niet toe te staan. De heer SASSEN is er zeer voor, om het verzoek in te wil ligen. 't Is eene proef, die niets kost. In Rotterdam worden ge regeld proeven genomen. Bovendien zijn de ijzersteentegels heel wat duurder dan de quenasttegels. De eerste bevallen spreker niet erg, zoodat hij met genoegen de proef zal afwachten. De heer JACOBY wijst erop, dat de Nijverheidssingel reeds lang bebouwd is, doch dat er nog geen trottoirbestrating is aangebracht, niettegenstaande in andere straten dadelijk trot toirs worden gelegd, als er huizen gebouwd zijn. Wanneer het in de bedoeling ligt van burgemeester en wethouders om ook den Nijverheidssingel te betegelen, dan zou spreker niet op het verzoek willen ingaan. Bestaat er echter voorloopig nog geen uitzicht op die bestrating, dan is er niets tegen. De voorzitter zegt, dat jaarlijks f 2000,-. op de begrooting

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1905 | | pagina 61