1 April 1905.
65
digde tot op het oogenblilc der afsluiting, met inbegrip der
„kosten van afsluiting en wederopening der leiding.
„Memorie van toelichting.
„Zooals bekend is, worden de quitantiën, wegens verbruikt
„gas, maandelijks, en die, wegens verbruikt water, per drie
„maanden, of wanneer het abonnementen gekit per jaar, den
„verbruikers ter betaling aangeboden.
„De personen, hiermede belast, ondervinden daarbij de groote
„moeielijkheid, dat verbruikers, onder allerhande nietige voor
wendsels, hen herhaaldelijk laten terugkomen, wat het toch
„reeds omvangrijke werk evenzeer vertraagt als aanmerkelijk
„verzwaart.
„Om dit meer en meer toenemend euvel te bestrijden, dienen
„de wijzigingen, welke hierboven worden voorgedragen."
De voorzitter zegt, dat het voorstel ter visie heeft
gelegen en vraagt of de raad er zich mede kan vereenigen.
De heer ROMBOUTS acht het wel van belang, dat het
voorstel worde voorgelezen, opdat de pers in de gelegenheid
zij ervan kennis te nemen.
Hieraan voldaan zijnde, doet de heer HEIJLAERTS opmerken,
dat het voorstel naar zijne meening wel wat ver gaat. Spreker
acht het niet raadzaam, om de menschen, wanneer ze niet
aanstonds betalen, maar direct een deurwaarder op hun dak
te sturen.
De voorzitter wijst erop, hoe veeleischend de menschen
soms zijn. Het gebeurt meermalen, dat de persoon, met het
ophalen der gelden belast, op dezelfde plaats tot viermaal toe
moet terugkomen. Thans wordt voorgesteld, dat den gas- of
waterverbruiker eerst dan, wanneer hem tot tweemaal toe de
kwitantie vruchteloos zal zijn aangeboden, een waarschuwings
biljet zal worden toegezonden.
De lieer HEIJLAERTS zegt, dat hij in dit geval geen verder
bezwaar tegen het voorstel heeft.
De heer VAN KEPPEL vraagt, ten wiens bate de opbrengst
komt van de waarschuwingsbiljetten, waarop de voorzitter
antwoordt, dat die gelden ten bate der gemeente komen.