1 April 1905. 69 zekering gaven, dat de grond eene waarde bezit van pl.m. f700,—. Rekent men daarbij de kosten van verbouwing, dan komt men aan een kapitaal van ongeveer f4700,—. Met inbe grip van onderhoud van gebouw enz. zou die woning dus jaarlijk aan de gemeente kosten f335,—. De brugwachter bewoont thans een huis van f135,-, zoodat er dus nog f 200,- overblijft voor huur van pakhuizen. Voor de helft van dat bedrag is hier ter stede wel een geschikt pakhuis te vinden, zoodat de gemeente dan nog een voordeel zou genieten van f 100,- 's jaars. Doch afgescheiden van de kosten bestaan er voor spreker nog andere bezwaren tegen het voorstel. Door den aankoop van het beenderenpakhuis heeft men de bewoners van de Zout- straat willen bevrijden van den stank, waarmede zij zooveel jaren zijn opgescheept geweest, en nu zouden zij weer den stank van die vischmanden krijgen. Tegenwoordig worden die manden bewaard in het brand spuithuisje aan de Haven. De menschen,'die er vlak bij werken, zeggen, dat het er dikwijls niet is uit te houden van den stank. Spreker zou dan ook de vischmanden willen houden bij de vischmarkt zelve, hetgeen geschieden kan door in het dak een zoldertje te maken, waarop de ledige manden kunnen gebor gen worden. Ze kunnen dan zoo spoedig mogelijk aan de af zenders worden teruggezonden. Spreker acht het onpractisch de bergplaats zoover van de vischmarkt verwijderd te houden. Met die vischmarkt wordt trouwens al heel zonderling om gesprongen. Eerst heeft men een nieuwen vloer gelegd en nu gaat men een nieuw dak maken. De voorzitter antwoordt hierop, dat volgens het plan van verbouwing van de vischmarkt, daarin geen zolders wor den gemaakt. Wat nu den stank betreft, deze is niet zoo erg, als de heer Jacoby het wil doen voorkomen. De manden worden zoo spoedig mogelijk aan de afzenders teruggezonden. Hoog stens kunnen ze twee dagen blijven staan. Het pakhuis dient echter niet enkel voor de manden, want het gebeurt meermalen, dat de visch, wanneer die 's avonds onverkocht blijft, tot den volgenden morgen in bewaring moet worden genomen. Daarvoor is eene afgesloten ruimte noodig. Door het leggen van een cementvloer en het maken van een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1905 | | pagina 69