I April 1905.
77
plaatsing van het monument. De heer Scheltus vergist zich
hierin. De aandrang, om het monument buiten het gazon te
plaatsen, is gekomen van burgemeester en wethouders. De
commissie was homogeen, doch zij is gezwicht voor de be
zwaren van burgemeester en wethouders en heeft, faute de
mieux, er ten slotte genoege 1 mede moeten nemen, om het
monument dan toch zooveel mogelijk zuidwaarts te plaatsen.
De plaats is alzoo gekozen door burgemeester en wethouders
en niet door de commissie, hetgeen de andere commissieleden
wel zullen kunnen bevestigen.
Wat nu de plaatsing betreft, meent spreker, dat de ontwer
per toch ook wel een woordje zal kunnen medespreken en
zijn oordeel daarover te kennen kunnen geven. Dat dit niet
vroeger geschied is, ligt hieraan, dat het besluit toen nog niet
genomen was. Spreker herhaalt dan ook, dat hij de thans uit
gekozen plaats van den beginne af heeft betreurd en dat hij
gaarne op het oorspronkelijk plan zou willen terugkomen.
De heer BLOEMARTS meent, dat de discussiën te ver gaan.
Het blijkt, dat burgemeester en wethouders tegenover den
raad niet gehandeld hebben, zooals zij hadden behooren te
doen. In het raadsbesluit is uitdrukkelijk het gazon genoemd.
Nu komt het er niet op aan, aan wiens verklaring de meeste
waarde is te hechten, aan die van den heer Waals of van
dr. Cuijpers, doch burgemeester en wethouders hadden zich
moeten houden aan het raadsbesluit. Bleek later, dat aan dit
besluit ernstige bezwaren verbonden waren en de raad het
daarmede eens was, dan eerst zou naar eene andere plaats
kunnen worden omgezien. Burgemeester en wethouders hebben
alzoo gehandeld in strijd met hunne bevoegdheid, door eerst
niet den raad hierin te kennen.
Spreker brengt alle hulde aan de capaciteiten van den heer
Waals, doch meent dat het te ver gaat, waar men hier reeds
durft spreken van den beheerder van het Valkenberg. Daartegen
protesteert spreker. De raad beschikt over de eigendommen
der gemeente en niet burgemeester en wethouders en eene
commissie.
Overigens begrijpt spreker niet, hoe men er toe gekomen is,
om het monument in het wandelpad te plaatsen. Die plaats
komt hem geheel ongeschikt voor en gaarne wil hij er toe
medewerken, om het eene andere plaats te bezorgen.