1 April 1905. 79 wandelpad rond den vijver. Het schoone van het Valkenberg zal dan geheel verloren gaan. De heer REIGERSMAN meent, dat het nog niet zoo'n kwade oplossing zou zijn om een wandelpad te maken recht op de Willemstraat met het monument in het midden. Daarover wenschtc spreker wel het gevoelen van den raad te vernemen. De heer SCHELTUS doet opmerken, dat men dan weer aan stonds kon beginnen met het rooien van boomen. De heer ROMBOUTS zegt, dat hij zich in zaken steeds schaart aan de zijde van deskundigen. Het Valkenberg is ont worpen naar het plan van den heer Rosseels, en wat de heer Waals wil is enkel het behoud van het plan-RosSEELS. Spreker zal niet pleiten voor de thans aangegeven plaats, doch welke plaats men ook moge uitkiezen, altijd zullen daaraan bezwaren verbonden zijn. Intusschen staat het bij spreker vast, dat het Val kenberg erdoor bedorven zal worden, wanneer het monument op het gazon geplaatst wordt. De heer BLOEMARTS herhaalt nogmaals, dat wc met de discussiën van den weg afraken. Het is enkel de vraag, of de wederrechtelijk ingenomen plaats moet gehandhaafd blijven. Men is het er over eens, dat die plaats onhoudbaar is en daarom wil spreker in overweging geven het thans aangelegde fundament te doen opruimen en nadere voorstellen van de commissie in te wachten. De heer 1NGENHOUSZ zegt, dat hij als lid der commissie niet is tegenwoordig kunnen zijn bij de aanwijzing der plaats, waar het monument zal opgericht worden. Spreker is echter homogeen met zijne medeleden, die de uitgekozen plaats on geschikt achten, en zal dan ook niet als commissielid bedan ken wanneer de raad straks zal hebben uitgemaaktdat de aangewezen plaats niet de gewenschte is. Spreker meent, dat men eenvoudig niet gedacht heeft aan het bestaan van een raads besluit en wil daarom in overweging geven zich daaraan thans te houden. Als blijkt, dat de raad toen eene verkeerde keuze heeft gedaan, kan men daarop later terugkomen. De heer BLOEMARTS is het eens met den heer IngenHousz in zoover dat de commissiewanneer zij de plaats ongeschikt acht, met een ander voorstel kan komen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1905 | | pagina 79