80 1 April 1905. De heer SASSEN is bereid zijn voorstel in te trekken, als burgemeester en wethouders de toezegging doen, dat het oor spronkelijke raadsbesluit zal worden gehandhaafd. De heer TEYCHINÉ zou stemming wenschen over de vraag, of het raadsbesluit al dan niet zal worden gehandhaafd. Is dit niet het geval, dan kunnen burgemeester en wethouders met de commissie confereeren over een andere plaats. De heer ROMBOUTS meent, dat men daarmede niet verder komt. Burgemeester en wethouders hebben het gevoelen van den raad gehoord en hadden met een voorstel moeten komen, om het oorspronkelijke besluit in te trekken. De heer 1NGENHOUSZ is van oordeel, dat een nieuw voor stel niet behoeft gerenvoyeerd te worden naar de commissie. De heer REIGERSMAN zegt, dat de commissie indertijd te rade is gegaan, waar de beste plaats is. Daarvoor is toen het gazon aangewezen en de raad heeft dit toegestaan. Spreker zou derhalve in overweging willen geven, dat de raad den wensch uitspreke, dat burgemeester en wethouders uitvoering zullen geven aan het raadsbesluit. De heer SCHELTUS gelooft niet, dat de raad daarover be hoeft te stemmen. Ook zonder dat zullen burgemeester en wet houders wel uitvoering geven aan de raadsbesluiten. De heeren SASSEN en INGENHOUSZ verklaren alsnu hunne voorstellen in te trekken. Waarop de zaak niet verder besproken wordt. De voorzitter schorst de openbare vergadering, welke alsnu overgaat in eene met gesloten deuren. Na heropening der vergadering wordt vastgesteld het derde aanvullingskohier van den hoofJelijken omslag dezer gemeente voor het dienstjaar 1904 op een bedrag van f428,20'.;. De voorzitter sluit hierop de vergadering. De secretaris, De voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1905 | | pagina 80