22 April 1905. 93 De heer SCHELTUS wijst erop, dat de brief van de com missie is gericht aan burgemeester en wethouders, en dat burgemeester en wethouders, naar aanleiding daarvan, besloten hebben om den heer Rosseels niet te hooren. Spreker begrijpt dan ook niet, hoe die brief hier ter tafel is gekomen. De heer INGENHOUSZ zegt, dat hij als commissielid den inhoud van den brief kan bevestigen en wenscht derhalve, dat de raad besluit om alsnog den heer Rosseels te hooren. De heer VAN DAM meent, dat de raad, uit deferentie voor de heeren Cuijpers en Waals, het rapport niet meer door derden mag laten corrigeerendat zou een slag zijn in het aangezicht van die beide deskundigen. Spreker begrijpt niet, waarom nu juist de heer Rosseels moet komen. Er zijn nog andere deskundigen op het gebied van parkaanleg, b.v. Kre- laqe, maar dan zou er geen einde aan komen. De heer SASSEN zegt, dat hij aanvankelijk niet van plan was, over deze zaak in discussie te treden, doch meent zijne verbazing te moeten uitspreken over hetgeen door den heer Van Dam in het midden is gebracht. Spreker is het volkomen eens met de commissie, om den heer Rosseels alsnog te hoo ren, daar hij den indruk heeft gekregen, alsof de heer Cuijpers zich faute de mieux bij de opinie van den heer Waals heeft neergelegd. Uit deferentie voor de commissie acht spreker dat voorstel zeer goed. Burgemeester en wethouders hadden met een flink rapport voor den dag moeten komen. Nu heeft het rapport op hem den indruk gemaakt, alsof de heer Waals het monument liever niet in het Valkenberg ziet. De heer SCHELTUS vraagt, wat er gebeuren moet, als de heer Rosseels met de heeren Cuijpers en Waals van gevoe len verschilt. Moet er dan weer een nieuwe deskundige komen De heer BLOEMARTS meent, dat de heer Rosseels alleen daarom de man is, omdat de heer Waals zich steeds op den heer Rosseels beroept. De heer SLECHTRIEM wijst erop, dat hij een onderhoud heeft gehad met den heer Waals, die hem mededeelde, dat hij zich zeer goed vereenigen kon met het plan, om alsnog den heer Rosseels te hooren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1905 | | pagina 93