98 13 Mei 1905. „huis. Ik stel mitsdien voor een brief van dankbetuiging te zenden „aan Hare Majesteit en tevens eene uitnoodiging te richten aan „Harer Majesteits Doorluchtigen Gemaal, Zijne Koninklijke Hoog heid Prins Hendrik der Nederlanden, om Hare Majesteit bij „deze gelegenheid te vergezellen." Onder instemming der vergadering met het door den voorzitter gesprokene, wordt overeenkomstig diens voorstel besloten. Thans stelt de voorzitter aan de orde: 1. Een schrijven van de gedeputeerde staten van Noord- Brabant, d.d. 2 Mei 1905, G, no. 68, houdende toezending van een brief van den minister van binnenlandsche zaken van 18 April j.i., no. 36, afd. B.B., waarin de bedenkingen worden medegedeeld, die hem weerhouden te bevorderen, dat een voorstel tot grenswijziging tusschen deze gemeente eenerzijds en Prinsenhage en Teteringen anderzijds in den door gemeld college aangegeven zin bij de staten-gencraal aanhangig worde gemaakt. Bedoeld schrijven van den minister is van den volgenden inhoud ,,'s-Gravenhagc, 18 April 1905. „Tegen het bij uwschrijven van26Januari 1905 toegezonden ont- „werp eener grenswijziging tusschen de gemeenten Breda eenerzijds „en Prinsenhage en Teteringen anderzijds rijzen bij mij gewichlige „bedenkingen, die mij weerhouden te bevorderen, dat een voor- „stel in dien zin bij de Staten-Generaal aanhangig worde gemaakt. „Het ontwerp vindt, blijkens de stukken niet alleen krachtige „bestrijding' in de laatstgenoemde gemeenten, maar ook in Breda „van de zijde eener minderheid in den raad, terwijl de commissie „uit de ingezetenen aldaar, die een veel grooter plan wensche- „lijk keurt, met overgrootc meerderheid het ondchavige voorstel „verwierp. „Wat den tegenstand van Prinsenhage betreft, kan ik tot op „zekere hoogte toegeven, dat die op zich zelf niet van over- „wegende beteekenis behoeft te zijn. „Met de bezwaren van de gemeente Teteringen is het anders „gesteld. Zou Prinsenhage door de voorgestelde grenswijziging „alleen een verlies in zielental ondergaan maar geen beteekenend „financieel nadeel, de gemeente Teteringen zou ten eenenmale „worden ontwricht en van eene welvarende bloeiende platte-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1905 | | pagina 98