106 7 April 1906. missie voor deze gemeente, ter goedkeuring aanbiedende een nieuw plan tot verbetering van den woningtoestand aan het Nonnenveld. De voorzitter vraagt,of de raad zich met dit nieuwe plan kan vereenigen. De heer STAAL geeft zijne voldoening erover te kennen, dat dit plan er heel wat beter uitziet dan het vorige, zoodat hij zich er thans mede vereenigen kan. De heer REIGERSMAN zegt, dat aan de voorzijde van de Oude Vest nog twee perceelen zijn, die niet in het ont eigeningsplan zijn opgenomen en vraagt, of het wenschelijk is, deze mede daarin te begrijpen. De heer LIJDSMAN licht het plan nader toe en zegt, dat onteigening van bedoelde perceelen niet noodig is. De heer VERSCHRAAGE had ook gaarne gezien, dat een paar panden aan de Oude Vest, gelegen recht over de Wijnaendt van Steins-fundatie nog in het plan waren opgenomen. Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten het onderwerpelijke plan goed te keuren. 22. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, daar bij, onder overlegging van het ter zake ingewonnen advies van de gezondheidscommissie voor deze gemeente, ter vaststelling aanbiedende het uitbreidingsplan, bedoeld in art. 28 der wo ningwet. De voorzitter stelt deze zaak aan de orde. De heer ROMBOUTS wijst erop, dat volgens het overgelegd schrijven van de gezondheidscommissie eene wijziging in het plan wordt wenschelijk geacht en we! ten aanzien van het terrein, gelegen tusschen de Beekstraat en de Lunetstraat. Aan gezien de gezondheidscommissie niet de bevoegdheid bezit een zelfstandig voorstel te doen, doet spreker, als raadslid, het voorstel die wijziging alsnog in het plan aan te brengen. Wel is waar zal dit met eenige uitgaven gepaard moe ten gaan, daar dan enkele woningen zullen moeten worden op geruimd, doch dat behoeft niet aanstonds te geschieden, en later zou men het wellicht betreuren, dat niet in den voorge stelden geest werd gehandeld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1906 | | pagina 106